ERIK LIMBOURG – 1e Algemeen Nationaal Kampioen

Brussegem – Brussegem is één van de deelgemeenten van Merchtem in de provincie Vlaams-Brabant. Merchtem ligt in het midden van de cirkel Brussel-Dendermonde-Vilvoorde op ongeveer een afstand van 15 km van deze steden. Het grenst ook aan het Pajottenland.

De voorbije dagen hing de vlag nog maar eens in top aan de Eeckhoudtveldtweg in Brussegem ! Erik Limbourg gaf eerder dit seizoen met de 1e internat. Perpignan 2014 zijn indrukwekkend palmares nog wat meer glans ! Straffer nog... de geweldenaar uit Brussegem onderlijnde nog maar eens de “all round” kwaliteiten van zijn duiven en werd uitgeroepen tot 1e Algemeen Nationaal Kampioen 2014 !

Geschiedenis

Grootvader Limbourg en vader Gilbert Limbourg waren beiden fervente duivenmelkers. Ook langs moederskant waren er heel wat duivenmelkers in de familie. Erik kreeg de duivenliefhebberij met de paplepel ingegeven en ook hij kon de duivensport niet mislopen. Meer nog Erik was gefascineerd door duiven en duivensport en aan zijn twaalfde koppelde hij reeds de duiven op het hok van vader.
Op zijn achttiende begon hij zelfstandig met duiven bij zijn grootouders in Vlezenbeek. In 1977... toen hij één jaar zelfstandig duivenmelker was... werd hij 1e Jeugdkampioen in Brabant en 3e Nationaal Kampioen Jeugd.
In een ander leven werd er nog gespeeld onder de naam Lemaire-Limbourg en werd er tweemaal 1e nat. La Souterraine gewonnen. Ook werd er nog drie jaar goed gepresteerd onder de naam Vercleyen-Limbourg.
In 1987 werd er gestart op de huidige locatie en de Limbourg-kolonie nam vanaf 1991 een hoge vlucht met “Ali Baba” en de “Grote Barcelona” die toen 1e en 2e Nat. Asduif Fond werden !

Stamopbouw

De basis van de huidige Limbourgkolonie berust onder meer op de “oude basis” aangevuld met bijgehaalde duiven. Vooral de eerste inbreng van de kolonie Aelbrecht (1996) en later de aankopen van 1e Nat. La Souterraine 1997 en 1e Nat. Perpignan 1999 van Marcel Aelbrecht hebben een belangrijk aandeel in de stamopbouw. De inbreng van Jef De Ridder, Sint-Ulriks-Kapelle situeert zich reeds vroeger in de opbouw van de Brussegemse kolonie.
We hebben dan nog Pol Driessens, Vilvoorde waar de topduif de “Slimme” gehaald werd. Ook het volledig hok van Derauw-Sablon, Lebbeke werd in eerste instantie aangekocht en later doorverkocht.
Actuele toppers die bijgehaald werden zijn :
* “De Remy” van Remy Speltdoorn of de Barcelonawinnaar 2014. “Remy” werd 1e asduif Rhonevallei met 4e, 18e, 27e nationaal op de Rhonevluchten en tevens beste fondduif van Belgie 2013.
* De 1e nat. Tulle 7.350 d van Van Vuchelen, Grazen.
* “De Jan” van Jan De Bisschop, Asse die 1e nat. kampioen jonge duiven 2013 werd. “De Jan” won 1e & 3e nat. zone Argenton en La Souterraine.
Ook de 4 nationale asduiven van eigen hok zoals “Blue Ace” (2e nat. asduif fond 2007)... “Lucky 85” (1e nat. asduif fond 2006)... “Lucky 77” (1e nat. asduif fond 2005)... “Eagle Eye” (4e nat. asduif fond 2009) zorgden voor een boost van klasse !
Verder nog “Gilbert” (1e Internat. Bordeaux 2010) die vader werd van “Gilbert Junior” (1e internat. Bordeaux 2012).

Weduwnaars

In Brussegem werd het seizoen 2014 aangevat met 34 oude en 30 jaarse weduwnaars... 28 duivinnen op het weduwschap... en 150 jonge duiven.
De weduwnaars werden half februari voor de eerste maal gekoppeld... hebben dan 14 dagen gebroed... en werden daarna tot het vliegseizoen gescheiden. Begin april werd er gewacht op een week goed weer om de weduwnaars op te leren... doffers en duivinnen kwamen voor een week samen voor het gemak van in te korven... en er werd elke dag “gereden”. Duiven opleren tijdens het jagen is ook een goede leerschool voor het vlot binnenlopen later tijdens het seizoen, vooral voor de jaarling doffers. Zaterdag of zondag werd er Quiévrain gevlogen en de weduwnaarsploeg zat op het weduwschap. Het werd dan 3 x Noyon... 2x Souppes-sur-Loing... 1x Vierzon en daarna werd de vliegploeg opgesplitst. De ééndaagse fond of de wedstrijden van 600 tot 800 waren de hoofdbetrachting. Voor het inkorven van de weduwnaars is er geen vast schema... wanneer ze goed waren werden ze zelfs twee weken na elkaar ingekorfd... was de conditie iets minder dan gebeurde dat soms om de drie weken. Vier à vijf ééndaagse fondvluchten (+600-800km) was het normaal tarief met het gros van de vliegploeg... de internationale wedstrijden worden slechts met een beperkt aantal duiven gespeeld.

Voeding

Met een tussenperiode van twee weken (fond) zag het voederschema er uit als volgt. Zaterdag na aankomst van een wedstrijd was er 1/2 Gaby Vandenabeele mengeling + 1/2 Superweduwschap Beyers in het voederbakje en deze mengeling werd ook van zondag tot woensdag van de eerste week verstrekt. Bij thuiskomst van de vlucht was er steeds Belgasol (Belgica-de Weerd) of Recovery (Jaap Koehoorn) in het drinkwater.
Op donderdag werd er overgeschakeld op 100 % Superweduwschap... op maandag van de tweede week werd deze mengeling aangevuld met een supplement maïs gevoederd op de grond... op dinsdag en woensdag (inkorving) werd het 100 % Superweduwschap aangevuld met maïs en Super Energy Beyers. Vooral de laatste dagen werd er meermaals per dag gevoederd. Tussendoor ging er nog Zell Oygen... Optimix... Optima Fortuna... en Bioflorum over het voeder. Vanaf zaterdag van de eerste week worden er geen producten meer over het voeder verstrekt want vanaf dan is het belangrijk dat de duiven ongeremd kunnen eten.

Training en motivatie

Uiteraard ziet een duivenmelker graag dat zijn duiven goed trainen en dat is bij Erik Limbourg niet anders. In het begin van het seizoen... zo half maart begin april... wordt er met de bal wel een handje toegestoken om de weduwnaarsploeg in het gewenste trainingsritme te brengen. In volle seizoen moeten de duiven uit zichzelf vliegen en is er geen verplichte training. Er wordt normaal tweemaal daags getraind en de manier van trainen is veel belangrijker dan de duur van de training.
Er moet snel gevlogen worden... er moet met ritme getraind worden... en er moet “jacht” onder de ploeg zitten. Graag ziet men dat de weduwnaars over de Canadabomen zigzaggen. De ploeg mag ook wegtrekken maar liefst niet te lang. Een weduwnaar moet weten waar zijn hok staat.
Wanneer de weduwnaars op zaterdag van een wedstrijd thuis komen wordt er op zondag gerust. Ook op maandag wordt de zweep niet gehanteerd en er wordt niets geforceerd zolang de weduwnaars goed vliegen. Na een mindere vlucht loopt de “baas” er kregelig bij en dan moet er echt gevlogen worden... zeg maar een straftraining.
De motivatie verloopt in verschillende stadia ! Begin van de maand juli verdwijnen de mindere goden reeds van het hok want zij halen het trainingsritme naar beneden en zo komen er woonbakken vrij. Dit brengt een andere “spanning” op het hok... er kan al eens een bijkomende woonbak opengezet worden... er komt opnieuw ambiance op het hok... en het vuur wordt opnieuw aangewakkerd. Het kan ook gebeuren dat een doffer op een volledig ander hok ondergebracht wordt. Zo werd de internationale winnaar Perpignan “Black Magic” na zijn thuiskomst van Barcelona op een ander hok ondergebracht.
Erik Limbourg hanteert een weduwschap met variatie. Bij de inkorving zijn er meerdere mogelijkheden... helemaal geen duivin... enkele duivinnen voor de ganse ploeg... een kort of lang samenzijn met de partner... nestschotel met stro... of een andere woonbak open zetten. Het is zeer belangrijk de doffers wakker te houden.

Selectie

De Limbourgduif is doorheen de jaren een “all round”-duif geworden. Er wordt gespeeld van Quiévrain tot Barcelona met dezelfde duiven... en zo werd het Algemeen Kampioenschap gewonnen... of 2x Noyon... 1x Souppes-sur-Loing... Grote Halve Fond... Fond... en Grote Fond. Daar werden de 17 op 17 punten behaald met 13 verschillende eerstgetekende duiven !
De selectie gebeurt reeds als jonge duif. De 1e ronde jongen (80) wordt duchtig op de rooster gelegd... de 2e ronde gaat tot Souppes/Dourdan maar niet voor prijs. De jongen van de 1e ronde vliegen de 6 nationaals + 1x Grote Halve Fond. Aan het einde van de rit blijven er 40 doffers / duivinnen over die het volgende seizoen bij de jaarlingenploeg ingelijfd worden.
Als jaarling hebben ze 3 Nationale Fondvluchten + 3 Nationale Grote Halve Fondvluchten op het programma. Van de 40 beginners blijven er aan het einde van de rit 15 à 20 doffers / duivinnen over. Op twee jaar tijd gaan we van 80 jonge duiven bij aanvang naar 15 à 20 streng geselecteerde overblijvers ! De selectie is hier primordiaal... en goede duiven die een strenge selectie ondergaan is voor Erik Limbourg de kortste weg naar het succes.
Van de oude duiven wordt verwacht dat ze 2 à 3 keer kop vliegen per seizoen. Hun carrière duurt 4 à 5 jaar en daarna volgt eventueel een loopbaan op het kweekhok. Op het kweekhok is er nog weinig “uitval”. Wel is het zo dat 80 % van de duiven op het kweekhok niet gespeelde duiven zijn... maar wel broers of zusters van de toppers.

Duivinnen op weduwschap

Ook de vliegduivinnen doen niet aan vroege kweek. Half maart worden ze opgeleerd zonder doffer en zo vliegen ze tweemaal Quiévrain. Na de 2e Quiévrain worden de duivinnen gekoppeld want ze moeten nog partner en woonbak leren kennen. Ze komen dan met een nestje en worden zo verder gespeeld tot half mei. Vanaf half mei vangt het weduwschap aan en dan worden ze elke week gespeeld... meestal op de grote halve fond. Bij de inkorving komen duivinnen en doffers samen maar ook zoals bij de doffers is er variatie in het weduwschap.
Een klasbakje bij de duivinnen was ongetwijfeld de “Magic 092” of de 2e Nat. Asduif Fond Jaarse K.B.D.B. 2014. Zij was ook de beste jonge duivin in 2013. Afgelopen seizoen miste ze slechts één keer en lukte de reeks 2x Noyon / 1x Souppes-sur-Loing / Vierzon / Bourges / Chateauroux / Montlucon / Guéret / La Souterraine / Souppes-sur-Loing / Jarnac / Tulle. Op Jarnac (666 km) aan 1130 m thuis op zondagavond won ze 1e nat zone / 3e nat. Op woensdagavond ging ze opnieuw de mand in voor Tulle, die gelost werd op vrijdag, en won 3e nat. zone / 8e nat.
Ze is een halfzuster van “Magic 704” of de 12e nat. Asduif Grote Halve Fond 2014... is ook een halfzuster van “New Ace” (3e nat. Pipa Ranking Fond jaarse 2013, 2e nat. Tulle en 5e nat. zone Souillac na 3 hokgenoten) en ook halfzuster “Ballonneke” (1e Nat Asduif Pipa Fond Ranking 2012, wint 5 x Top 100 Nat zone +600 km vluchten 2012). Allemaal uit dezelfde moeder “Queen Blue Ace” (oude basis, nooit gevlogen) of een dochter “Blue Ace” (2e nat. Asduif Fond K.B.D.B. 2007) x “Bourgeske” (halfzus “Lucky 85”, 1e Nat. Asduif Fond K.B.D.B. 2006 en 2 x 1e Prov Bourges).

Jonge duiven

De jonge duiven worden uitsluitend gekweekt uit de kwekers (+/- 40 koppels). De eieren van de betere kweekkoppels gaan onder voedsterkoppels. Bij het spenen gaan doffers en duivinnen op hetzelfde hok. Eerste en tweede ronde gaan op een afzonderlijk hok.
De jongen van de eerste ronde worden verduisterd van 1 maart tot 10 juni en worden daarna bijgelicht van 21 juni tot einde seizoen. Drie weken voor Bourges II worden de geslachten gescheiden en wordt de jonge bende op de schuifdeur gespeeld. Er wordt zo lang gewacht met het scheiden van de jonge duiven omdat ze dat moe worden wanneer er te lang met de schuifdeur gespeeld wordt. Eens opgeleerd worden de jongen niet meer tussendoor weggevoerd maar ze vliegen wel de 6 nationale vluchten. Op die manier doen ze voldoende ervaring op die hen als jaarling zal van pas komen.
Op het hok van de jonge duiven zijn er wel “wegkruipbakjes” voorzien. Bij de inkorving komen doffers en duivinnen zo’n 1 à 1,5 u samen maar de jongen worden zeker niet uitgeperst (wel streng geselecteerd) in het vooruitzicht van een carrière als weduwnaar.
De jongen trainen éénmaal per dag. Na aankomst van een wedstrijd krijgen ze ook op zondag vrijaf en eens op de Grote Halve Fond wordt er slechts op maandag, dinsdag en woensdag getraind. Dat moet voldoende zijn voor de duiven die elke week gespeeld worden. Op woensdag trainen doffers en duivinnen soms samen.

Medisch

Naast de klassieke inentingen wordt er half februari 10 dagen behandeld tegen paratyfus... maar er wordt niet ingeënt. Voor het vliegseizoen staat er een consultatie bij dierenarts Van der Cruyssen, Oosterzele gepland. Er wordt geprobeerd om een trichobehandeling zo lang mogelijk uit te stellen en er wordt pas ingegrepen bij aanvang van de Grote Halve Fond via een driedaagse behandeling via het drinkwater. Vanaf de fond wordt er telkens 2 à 3 dagen voor de inkorving 1/4 pil Flagyl opgestoken.
Tegen de luchtwegeninfecties werd er voor aanvang van het vliegseizoen 5 dagen behandeld en halverwege het seizoen werd er nog eens 3 dagen behandeld met “Kop en Darm” (Dr. Geeroms, Ternat) en Linco Spectin en Suanovil. Wanneer een duif niet meer gretig aan de voederbak komt wordt deze individueel behandeld met Amoxiciline. Voor de inkorving worden de oogdruppels Fucithalmic of Terramycine gebruikt.
Na de thuiskomst van een wedstrijd wordt er “snotolie”... Brux... Nazaline... of Sliepzand gebruikt. Ook wordt in de maand mei de kooi ontsmet met “Koudijs Droogontsmetter”.

De goede duif ?

Iedere kampioen heeft zijn eigen visie op wat voor hem een goede duif moet zijn... evenzo Erik Limbourg!
Er zijn onder alle modellen goede duiven te vinden... maar ze zal altijd een zachte pluim moeten hebben. Andere goede kenmerken zijn een goed evenwicht en een sterk karkas. Het geheel van een duif moet hem bevallen en binnen de 10 seconden is het oordeel geveld. Het moet een duif uit één stuk zijn met een perfect evenwicht... en pas wanneer dat OK is worden ook de andere kenmerken geëvalueerd.

Het kweekhok

Kweken is het stokpaardje van Erik Limbourg ! Het kweekhok is trouwens het kloppend hart van een duivenkolonie. In Brussegem wordt er aan “compensatiekweek” gedaan. Bij de aanschaf van nieuwe kwekers wordt er vooral op asduiven uit een goede familie gemikt... maar die zijn moeilijk te vinden. Een nieuwkomer wordt gepaard met de beste duivinnen van de kolonie. Wanneer het dan niet lukt dan is hij gedoemd om te verdwijnen... en na twee jaar is dat doorgaans al duidelijk.
Onze Algemeen Nationaal Kampioen is uren... dagen... weken bezig met het opstellen van koppelingschema’s. Hij kent zijn kweekduiven van buiten en wanneer hij een nieuwe aanwinst op de kop tikt weet hij al op voorhand welke partner die zal krijgen. Op het kweekhok krijgen de betere kwekers ook verschillende duivinnen in de loop van het seizoen.

Teamwork

En het team achter een goeddraaiende duivenkolonie mag zeker een pluim verdienen.
Partner Geert De Clercq staat in voor de administratie... steekt een handje toe bij de verzorging... zoekt de goede duiven... doet aan public relations... en verzorgt wekelijks de website.
Pierre Moens staat er 7 dagen op 7... hij is de klusjesman... en reinigt mee de hokken.
Patrick Draye is de helpende hand bij de inkorving van de duiven.
En Erik Limbourg... de meester zelf... verzorgt tijdens de winter de jongen van de 1e en 2e ronde en de oude/jaarse en jonge vliegduiven tijdens het seizoen.