GINO CLICQUE - 1e Nat. Asduif Grote fond en fond jaarse

Wevelgem – Wevelgem is een gemeente in de provincie West-Vlaanderen en gelegen aan de Leie. De Leie die vroeger ook de "Golden River" genoemd werd omdat men er het vlas liet in weken (roten) om het dan te verwerken in de vlasfabrieken in Wevelgem. 

Tijdens de Eerste Wereldoorlog legden Duitsers er een vliegveld aan. Vanaf 1969 heeft het vliegveld zijn militaire opdracht verloren en sindsdien is het uitgegroeid tot een regionale luchthaven met zakelijk verkeer en transport.

Gent-Wevelgem, voor het eerst ingericht in 1934, is een bekende wielerklassieker geworden die zijn aankomst heeft in Wevelgem. Heel wat bekende namen als Peter Sagan (3x), Tom Boonen (3x), Eddy Merckx (3x) en nog vele anderen hebben deze klassieker op hun palmares staan.

Ook de duivensport doet het nog behoorlijk goed in Wevelgem met 35 melkers die voornamelijk (80%) op de vitesse spelen. De uitblinker bij uitstek op de wedstrijden van 400 km tot 800 km in ongetwijfeld Gino Clicque. In 2017 speelde bij een knap seizoen wat resulteerde in 1e, 5e, 10e Nationale Asduif Grote Fond en Fond Jaarlingen KBDB en 4e en 9e Nationale Asduif All-round KBDB.

Vader Germain

Vader Germain Clicque was in zijn jeugdjaren nog duivenmelker geweest. In 1972 zijn Germain en zijn zoon Gino samen met de duiven begonnen. Gino was toen 10 jaar oud en voelde zich van kindsbeen af tot de duiven aangetrokken. Er werd gestart met duiven van Jan en Alleman maar er was beterschap op komst.
In 1976 leerden ze André De Smet, Semmerzake kennen en tijdens de warme zomer van 1976 ging Gino er stage lopen om de duivensport beter te leren kennen. Op korte tijd heeft bij er enorm veel geleerd maar vooral dat de puntjes op i moeten staan in de duivensport. Hij stak heel wat op wat betreft voeding en de verzorging op uur en tijd. Nadien heeft hij topduiven gekregen van de melkers die roem vergaarden met fameuze “Vale Trein”.

Vader kwam te sterven in 1978 en als 15-jarig manneke stond Gino er plots alleen voor. Hij moest in zijn eentje een bouwfirma en de duivenkolonie runnen. In die periode ging hij aan samenkweek doen met Lucien Staelens, Wevelgem. Lucien was een uitstekende melker en Gino bekwam er niet alleen excellente duiven maar leerde er verder ook de knepen van de stiel. In de periode 1978-1990 werd er vooral snelheid en halve fond gespeeld en met behoorlijk succes. Vanaf 1990 werd er ook gespeeld op de grote halve fond.

In 1996 werden de duiven van Robert Dobbelaere ingehaald. De “Robert-lijn” moest het doen op 600 km en verder. In 2008 werden er duiven gehaald bij Antoon en Hilde Reynaert, Passendale en zij zouden ingezet worden op de grote halve fond. De “Robert-lijn” x “Figo-lijn” werd een succesnummer.
In 2009 bracht vriend Patrick Delrue Gino naar de fond. Gino was van plan om 10 duiven in te korven voor Tours en twee op Brive. Maar Patrick overtuigde hem om de plannen te wijzigen en 10 duiven in te korven voor Brive en 2 op Tours. Brive werd een meevaller van formaat en 6 duiven vlogen zich in de eerste 145 nationaal tegen ca. 17.000 duiven en dit aan iets meer dan 1000 mpm. Het overtuigde Gino dat zijn duiven de fond aankonden. De 10 duiven die Brive in de vleugels hadden werden gespeeld op een keiharde Cahors en het werd 3 duiven in de eerste honderd nationaal. Gino had nu de smaak van de fond te pakken en de vluchten van 400 tot 800 km kregen zijn voorkeur.

Vanaf 2009 werd met de “Red Filip-lijn” een derde bloedlijn geïntroduceerd met duiven van Lucien Staelens. Tot 2013 werd er met deze drie lijnen succes behaald en toen werden de Vandenabeele-duiven ingebracht voornamelijk uit de “Bliksem” en de “Rudy”. Er werden 20 duiven aangekocht en deze gaven al drie nationale winnaars ! 
De Vandenabeele-duiven werden gekruist met de drie andere lijnen. De “Robert-lijn”, de 
“Figo-lijn”, de “Red Filip-lijn” en de “Gaby-lijn” vormen de pijlers van een hele sterke stam.

Totaal weduwschap

In 2017 had Gino Clicque een grote verkoop en alle duiven ouder dan 2016 werden verkocht. Dat jaar werd er alleen met jaarse gespeeld die uit de kwekers gefokt werden. Hij kwam aan de start van het seizoen met een ploeg 70 doffers en 100 duivinnen die op het totaal weduwschap gespeeld werden, 30 doffers die op het klassiek weduwschap gespeeld werden en 200 jonge duiven.
De duiven op het totaal weduwschap werden eind maart gekoppeld en broedden 14 tot 18 dagen. Het nestje werd afgebroken en ze zaten op het weduwschap. Ze werden opgeleerd in 5 etappes tot 60 km en na snelheid en halve fond vlogen ze de nationale vluchten voor jaarlingen.
De doffers trainden tweemaal daags 45 minuten... de duivinnen slechts eenmaal daags 45 minuten. Het trainen is voor Gino zeer belangrijk en zeker de laatste dagen voor de inkorving. Er wordt in grote groep getraind en er zijn altijd duiven die naar het hok willen en zo de klad afremmen maar tien minuten wegtrekken is voldoende. Hij ziet graag dat de duiven in grote toeren rond het hok trainen en liefst dat ze volle gas geven.
Met het onderling paren zijn er weinig problemen en dat komt in de eerste plaats door het zware programma dat de duivinnen opgelegd krijgen. Bovendien blijven de duivinnen na aankomst van een wedstrijd samen tot de volgende dag op de middag. Bij de inkorving komen doffer en duivin in principe een half uur samen maar door de grote groep die moet in de mand gezet worden blijven de laatste wel 1,5 u samen.

Gino Clicque : “De duivinnen zijn beter op het totaal weduwschap dan de doffers. Ze zijn meer standvastig dan de doffers die wel eerder zullen pieken. Ik moet wel toegeven dat ik 2 nationaals gewonnen heb met de doffers. Maar er wordt intensiever met de duivinnen gespeeld. Bij slecht weer blijven de doffers soms thuis en met de duivinnen hebben we minder medelijden.
Het totaal weduwschap is een goed systeem en je hebt meer rendement van je duiven en minder renteniers. Zowel doffers als duivinnen gaan gans de week in de volières en komen slechts bij de inkorving samen op het gezamenlijk hok.
In 2017 kregen wij hier in de buurt af te rekenen met de vogelgriep en vanaf 10 juni kon er gedurende drie weken niet gespeeld worden. Eigenlijk had ik nog geluk dat mijn hokken juist buiten de schutskring vielen en we de duiven toch konden los laten. Mijn duiven waren goed voorbereid en de vliegploeg kreeg dan een verplichte rustperiode van drie weken. Voor de inkorving van Limoges werd er op maandag nog Arras gevlogen. Op Limoges werd een schitterend resultaat behaald met 9 duiven in de eerste honderd nationaal met 1172 mpm voor de winnaar. De eerste 46 aangekomen duiven werden de week nadien ingekorfd voor Jarnac en 11 vlogen zich in de eerste honderd nationaal. Dit waren twee vluchten die me de 1e, 5e, 10e nationale asduif opleverden.
Na 14 dagen rust werd de volledige ploeg ingekorfd voor Tulle met uitzondering van de drie duiven die kandidaat-asduif waren en het werd een knap resultaat met 8 duiven in de eerste honderd nationaal. De vogelgriep was voor mij eigenlijk een geluk met een ongeluk. Mijn duiven kwamen uitgerust aan de start en door het vliegverbod ontsnapte ik aan een slechte wedstrijd uit Agen.”

“Golden princess”

De 1e Nationale Asduif Grote Fond en Fond KBDB Jaarse en de 9e Nationale Asduif all-round is de “Golden Princess” B16/3107401. Het is een klein blauw duivinnetje met een perfecte bouw. Het is een rond gespierd bolletje met een mooi kopje dat vitaliteit uitstraalt. Het is bovendien een vurige duivin die gemakkelijk kan gemotiveerd worden. Het is een kleindochter van de “Golden Prince” die eveneens 1e Nationale Asduif Fond Jaarse KBDB werd. Zij schitterde met volgend palmares 6e nat. Jarnac 5117 d (1e Zone A 1342 d.) en 32e Nat. Limoges 10.554 d.

30 doffers op klassiek weduwschap

Met 30 doffers wordt het klassiek weduwschap gespeeld. Het waren meer de jongere jaarse doffers die op een eerder rustige manier gespeeld werden. Ook zij hebben 14 à 18 dagen gebroed vooraleer het weduwschap begon. Ze werden opgeleerd in 5 etappes tot 60 km en vlogen de grote halve fond en 2 fondvluchten. Ze trainden 2x 45 minuten per dag. Bij de inkorving kwamen doffer en duivin een kwartier samen. Bij aankomst van een wedstrijd bleven de partners zo’n 2 u bij elkaar. Bij thuiskomst van een fondwedstrijd bleven ze wel tot ‘s anderendaags samen. Deze ploeg is voorbestemd voor de wedstrijden vanaf 600 km.
Gino Clicque : “Met duiven moet je als melker veel geduld hebben en jonge en jaarse duiven krijgen hier de kans om hun volledig seizoen af te werken. Een duif ontwikkelt zich tot ze 18 maanden oud is. De jongen moeten niet echt prijs vliegen maar ze mogen van een korte vlucht niet “versleten” thuiskomen. De jaarlingen moeten als jong en als jaarse samen 2x per 100-tal vliegen op de nationaals en de fond jaarlingen. Een oude duif moet een paar keer de kop vliegen op de nationaals.
Ik hou van een duif uit de middelmaat die goed gesloten is en een stevige rug heeft. Vitaliteit is uiteraard een goede eigenschap en mordant is onontbeerlijk voor een kampioen in spé.”

Jongen doen ervaring op

De ploeg jonge duiven wordt alleen uit de kwekers gefokt en die worden gespeend aan 25 dagen. Doffers en duivinnen komen eerst samen op het hok tot begin juli en worden daarna tot einde seizoen op de schuifdeur gespeeld.
De jonge bende wordt verduisterd vanaf half februari tot 21 juni. Het verduisteren wordt langzaam afgebouwd in 10 dagen tijd en daarna wordt er niet meer bijgelicht. Alle jongen verblijven de ganse dag in de volière en een kwartier voor het verduisteren gaan ze op het hok. ‘s Morgens om 8 u wordt de verduistering opgeheven en de jongen gaan direct in de volière.
Vanaf einde mei wordt er in 6 etappes opgeleerd tot 60 km. De jongen trainen 1x daags een vol uur. Bij goed weer en bij voldoende tijd worden de jongen wekelijks 1x weggevoerd en gelost op 60 km. Op het hok komen er houten bakjes waarin de jonge paartjes naar hartenlust kunnen stoeien.
Het spel met de oude en jaarse primeert en er wordt pas intensief met de jongen gespeeld vanaf 21 juli. De meeste jongen vliegen toch twee nationale wedstrijden. De jonge duiven worden bijna allemaal als jaarling doorgehouden.
Bij de inkorving komen doffers en duivinnen 1 u samen. Na aankomst van een wedstrijd blijven ze tot ‘s anderendaags in de late voormiddag samen.

Eigen mengeling

Gino Clicque voedert een eigen mengeling die samengesteld wordt door duivenvoeders Vanrobaeys.
Zaterdag bij thuiskomst wordt er sportmengeling met K + K eiwit gevoederd en er zijn elektrolyten in het drinkwater. Voor de duiven die om de 14 dagen gespeeld worden wordt er vanaf zondag tot 5 voederbeurten voor de inkorving 50% sport + 50% zuivering gevoederd. Daarna wordt er opgevoederd met 100% “Super Special” + “Power mengeling”.
De duivinnen die elke week gespeeld worden krijgen op zondag en maandag “Lady Mix” en worden daarna ook opgevoederd met 100% “Super Special” + “Power mengeling. Op zondag en maandag is er Gervit-W in het drinkwater. Twee dagen voor inkorving wordt er Hexenbier verstrekt.

Medisch Lanneau

Pascal Lanneau komt tijdens het vliegseizoen wekelijks of tweewekelijks op bezoek. Van de duiven die de mand in moeten worden er enkele duiven onderzocht. Voor aanvang van de wedstrijden op de grote halve fond staat er een algemene behandeling van 6 dagen tegen trichomonas gepland. Tijdens het vliegseizoen wordt er doorgaans om de drie weken met een pilletje behandeld tegen trichomonas. Veertien dagen voor de eerste fondvlucht wordt er behandeld tegen de luchtweginfecties. Tegen paratyfus wordt er in de maand oktober 10 dagen behandeld met Cosimex. Oogdruppels worden bij inkorving en aankomst van een wedstrijd toegediend.

Prima hokken

De 60 m vlieghokken worden onderverdeeld in 15 afdelingen: 5 voor het klassiek weduwschap, 5 voor het totaal weduwschap inclusief 2 volières en 5 voor de jonge duiven. De hokken hebben een zadeldak en vooraan in het plafond is er een verluchtingsstrook van 80 cm. Bij de duiven die op het klassiek weduwschap gespeeld worden ligt er stro op de hokken. De vliegploeg die op totaal weduwschap gespeeld wordt zit op roosters. Ieder hok heeft een volière.
Eenmaal per dag worden de hokken manueel gereinigd... niks gaat er automatisch en dit alles in functie van de mestcontrole. Het water in de drinkpotten wordt één keer per dag ververst. De hokken goed proper houden is één zaak, maar de resistentie in stand houden is zeker een even belangrijk

Enkele toppers

• “Kristina” B16/3107319. Zij werd 3e prov. asduif allround in 2017 en won 10 x per tiental in 2017. Ze is een kleindochter van stamdoffer “Bijter” x “Aelbrecht Princess”. Zij won 3e prov. La Souterraine 3876 d; 5e prov. Tours 1076 d; 9e prov. Clermont 9207 d; 11e prov. Clermont 5428 d; 11e prov Tours 3353 d; 15e prov. Tours 6720 d; 52e prov. Chateauroux 3084 d; 60e prov. Pontoise 9800 d; 63e prov. Tours 1637 d; 95e nat. Tulle 9578 d; 138e prov. Chateauroux 4273 d; 176e prov. Clermont 10.712 d; 366e prov. Clermont 16.470 d.
• “Happy 133” B16/3107133. Zij werd 3e provinciale asduif grote halve fond. Zij is een dochter van “Prince Rudy” B14/3028072 die in 2015 1e nationaal Limoges won en snelste was van 14.575 duiven x “Happy 18” die 1 provinciaal Montlucon won en ook 4e prov. Asduif grote halve fond was. Ze won in 2017 12e nat. Tulle 9578 jl. (3e prov. 1717 d);104e nat. Bourges 20.650 (44e prov. 3488 d); 150e nat. Chateauroux 26.695 d (39e prov. 4273 d); 72e prov. Tours 6720 d; 133e prov. Clermont 5428 d.
• “Granddaughter Super Prince 364” B16/3107364. Ze won 4e nat. ranking 3 fondvluchten van 600 km. Ze is een kleindochter van “Pacha”, in 2012 beste fondduif van Belgie met 4 en 5 fondvluchten. Haar moeder is een dochter van de wereldberoemde “Super Prince” B08/3172902 die 2e nat asduif grote halve fond werd in 2010 en die de laatste drie jaar grootvader werd van 2 nationale asduiven fond en drie nationale winnaars. Zij won 59e nat. Limoges 10.554 d; 94e nat. Jarnac 5.117 d; 218e nat Tulle 9.578 d; 170e prov. Fontenay 9.614 d.
• “Granddaughter SuperPrince 111” B16/3107111 Zij won 5e nat. ranking 3 fondvluchten van 600 km en werd 24e nat. asduif KBDB allround en 30e nat. asduif fond KBDB jaarse. Zij is een kleindochter van “Super Prince”. Zij won 58e nat. Limoges 10.554 d; 82e nat. Jarnac 5.117 d; 18e prov. Chateauroux 3.084 d; 121e prov. Tours 6.720 d; 267e nat. Tulle 9.578 d.