BART & JURGEN GEERINCKX - 1e Nationale Asduif Fond jaarse 2022

Wommelgem – Wommelgem is een gemeente in de provincie Antwerpen. Het belangrijkste natuurgebied is de vallei van het Groot Schijn. Het grondgebied is sterk verstedelijkt. De aanleg van de autoweg E313 zorgde ervoor dat Wommelgem door de files een vast item werd in de verkeersberichten...

Verder is het een rustige gemeente onder de rook van grootstad Antwerpen. Maar het aantal duivenmelkers is schrikbarend gedaald. Ze moeten het daar stellen met nog amper 4 à 5 duivenliefhebbers. Een van de blikvangers is er ontegensprekelijk Bart Geerinckx met zijn kameraad Jurgen Keustermans. Ze speelden een knap seizoen 2022 en hadden de 1e Nationale Asduif Fond jaarse KBDB op de kooi !

Vier doffers aan de basis

Grootvader Jos Geerinckx was een fervent snelheidsspeler in Borgerhout en vader Luc Geerinckx heeft bij hem de duivenmicrobe opgedaan. In 1977 verhuisde vader Luc naar Wommelgem en het eerste wat er stond was een duivenhok.
Bij Jos Soontjens thuis was er toen iedere maandag een vergadering van duivenmelkers. Op een keer kwam Jos Soontjens met een nestschotel met jongen van zijn beste kweker binnen. De volgende dag al trok Luc naar Jos Soontjens om de jongen te kopen. Het was een mooi begin en er kwamen nog meerdere Soontjensduiven naar Luc Geerinckx en Luc speelde met succes op de snelheid.
Bart zat al aan 7 à 8 jaar op de duivenhokken en voor hij naar school ging hielp hij al de hokken kuisen. Later wilde Bart de halve fond en de grote halve fond spelen. Er kwamen duiven bij van Flor Van Loock, Berlaar en ook duiven van de Panter-lijn van Alfons Slaets. 
De stammoeder “Willyke” kwam van Jef Keirsmakers, Nijlen en een zuster van “De Leeuw” van Marcel Wouters, Westmalle kwamen de gelederen versterken. Twee kinderen van “Miss Rapido” van Patricia Verhaegen, Aarschot zorgden voor een meerwaarde bij de opbouw van de kolonie. Ook bij Dirk Van Dyck, Zandhoven werden enkele goede duiven gehaald.
Vader Luc overleed in 2012 en dat is de reden waarom Bart als zelfstandige duivenmelker in de duivensport terechtkwam. Bart werkte in ploegen en in het weekend, en werk en duiven allebei goed doen was onmogelijk. Daarom maakte hij die keuze.
De “New Freddy” werd samen met Pipa aangekocht en de nakweek was bijzonder goed. Ook “Nadine”, 1e Nat. Asduif Grote halve fond, van Willy Daniels, Kessel zit in de stam verweven.
De vader van de 1e Nat. Asduif Fond jaarse komt van Alexander Magris en die werd daar de 2e Internat. Asduif Grote fond. Verder werden twee nestzusters gekocht bij de tandem Vergaerde-Denolf, Jabbeke. De ene duivin won 1e Nat. Agen en de andere was de beste jaarling grote fond. De bedoeling van Bart was om mee te kunnen op de wedstrijden van 700 à 800 km in harde omstandigheden en bij hoge temperaturen.
De basis van de kolonie Geerinckx wordt gevormd door “Gladiator” (Olympiadeduif Snelheid), “Witkopke Sylvester”, “Blauwe IJzeren” (grootvader van “Little Star”, 
1e Nat. Asduif Grote halve fond 2015) en ten slotte “Blue Lagoon”, de vader van “Little Star” en grootvader van “Twinkle Star”, 1e Nat. Asduif Fond jaarse 2022.

Starten op een nestje

De 40 weduwnaars worden gekoppeld op 1 maart en starten het seizoen op een jong. De snelheidsvluchten worden op een nestje gespeeld. Als het jong 10 à 12 dagen oud is dan zorgt de doffer alleen voor dat ene jong tot het zeker 25 à 30 dagen oud is. Dan begint het weduwschap. 
De weduwnaars worden niet verduisterd maar worden vanaf de langste dag bijgelicht van 5 u tot 23 u. In mei trainen de weduwnaars 2 x per dag. Na Bourges wordt er maar 1 x per dag getraind. Trainen is belangrijk om de basisconditie te krijgen.
Wanneer de duiven met een nestje komen worden ze zoveel mogelijk opgeleerd tot 65 km. De duiven worden dan ook individueel gelost.
De weduwnaars worden gespeeld vanaf de grote halve fond tot 800 km. In de weken tussen klassiekers wordt er snelheid of halve fond gespeeld. De duiven worden iedere week gespeeld.
Bij de inkorving zien de doffers geen duivin en krijgen zelfs geen nestschotel. Ze worden gewoon van het hok genomen en in de mand gezet. Na aankomst van een wedstrijd in het begin van het seizoen blijven de partners niet lang samen. Later wordt de periode van het samenzijn langer en na een zware vlucht blijven ze samen tot de volgende dag. Na een zware vlucht recupereren de doffers eerst vooraleer ze bij hun duivin komen. Eens het seizoen gevorderd is kan er wel een woonbak opengezet worden of wordt er een kapelleke opgehangen om het territorium te vergroten en de motivatie wat aan te zwengelen.
De weduwnaars kweken geen ronde late jongen. Na het seizoen gaan alle weduwnaars dag en nacht in de volière tot 1 maart. Vanaf half januari komen de weduwnaars 1 x per dag los om het wintervet kwijt te geraken. Tegen 1 maart moeten ze 1,5 uur trainen.

Bijlichten vanaf langste dag

De duivinnen worden tien dagen later gekoppeld dan de doffers om het werk wat te spreiden. Ze worden opgeleerd op een nestje en worden zoveel mogelijk weggevoerd. Ze vliegen ook de snelheidsvluchten op een nestje en vanaf de tweede hafovlucht zitten ze op weduwschap. Ze trainen aan huis op de middag en dan trainen de duivinnen heel goed. In de maand mei trainen ze 2 x per dag. Vanaf juni met de grote halve fond trainen ze 1 x per dag.
Ze worden ingekorfd zonder partner en zonder nestschotel. Na aankomst van een wedstrijd gaan de duivinnen naar het hok met nestvakken samen met hun partner en blijven bij elkaar tot ’s avonds. Tijdens de week komen de duivinnen altijd binnen op hun slaaphok met volière. Het onderling paren vormt niet zo’n groot probleem. Er zijn twee volières en een van de twee paarlustige dames wordt in de andere volière gezet. Maar ze worden iedere week gespeeld en dat vermindert de paarlust aanzienlijk.
De duivinnen worden, net zoals de weduwnaars, niet verduisterd maar wel bijgelicht vanaf de langste dag tot einde seizoen van 5 u tot 23 u. Doffers en duivinnen zijn elkaars evenknie op de wedstrijden.

“Twinkle Star”, 1e Nat. Asduif fond jaarse

De 1e Nationale Asduif fond jaarse KBDB 2022 is “Twinkle Star” B21-6135285. Het is een crayonné duivin uit de middelmaat met een compacte bouw. Ze is goed gespierd met een perfecte vleugel met een korte voorarm en een zachte pluim. Ze is goed gesloten en heeft een intelligente blik. Het is een rustige maar alerte duif.
Ze vloog vier fondvluchten en vloog viermaal de kop met 2e prov. Brive 666 d., 5e prov. Tulle 750 d., 31e Nat. Tulle II 4993 d. en 89e Nat. Souillac 4637 d. en was naast nationale asduif (3 prijzen) ook de beste van België met 4 prijzen!

Jongen moeten ervaring opdoen

De 200 jonge duiven worden gekweekt in 2,5 rondes door de kwekers en door een deel van de partners van de vliegduiven. Tot 1 april worden er jongen gespeend en al die jongen worden gespeeld.
De jongen worden verduisterd vanaf half maart tot begin juni. Daarna worden ze niet bijgelicht. De bedoeling is de jongen zo goed mogelijk op te leren en te selecteren op de natuurlijke gezondheid. De jongen worden 10 à 15 keer weggevoerd tot 30 km en gaan dan met de grote mand mee. De schuifdeur wordt ingevoerd nadat de tweede groep driemaal Quiévrain gevlogen heeft.
Bart is geen jonge duivenspecialist en het is de bedoeling de jongen ervaring te laten opdoen voor hun carrière als jaarse en oude duif. Bij de inkorving komen de partners niet samen en na aankomst van een wedstrijd blijven ze samen tot ’s avonds.

Een “kuur” van een week

De duiven krijgen de duivenmengelingen van AIDI gevoederd. Na aankomst van een wedstrijd op zaterdag wordt het Mix 3 + Recup Fast + een eiwitpil van Röhnfried. Op zondagmorgen wordt het Mix 3 en ’s avonds Mix 1. Op maandag wordt het 70% Mix 1 + 30% Mix 3. Op dinsdag krijgen de doffers Mix 2. Op woensdagmorgen Mix 2 en ’s avonds Mix 3. Op donderdag wordt het 100% Mix 3. De duivinnen krijgen vanaf de grote halve fond altijd “Girl Power” gevoederd.
Bart plant ook langere “kuren” zoals een week rode-bietensap, een week Health Elixir en een week Probacterial. Er gaat ook regelmatig op zondag probiotica over het voeder. Vanaf de fond krijgen de duiven walnoten en pindanoten met omegaolie. De duiven krijgen op zondag een “gele druppel”.

Medische begeleiding

De laatste vijf jaar worden alleen “gele druppels” gebruikt tegen trichomonas. De oude en jaarse duiven krijgen een gele druppel in ieder neusgat, de jonge duiven krijgen de gele druppels over het voeder. 
Tegen luchtweginfecties werd in 2022 éénmaal vier dagen behandeld met Soludox en Linoc Spectin. Het is de bedoeling de geneesmiddelen tot het minimum te beperken.
Verder wordt er Rozitol (Röhnfried) in de neus gedaan. Het heeft dezelfde werking als het vroegere sliepzand.
Er zijn weinig problemen met adeno en dat is te danken aan een sterkere stam duiven. De twee of drie zwakkere duiven worden geëlimineerd i.p.v. de volledig kolonie te behandelen. De jonge duiven krijgen geen medicijnen.
De oude en de jaarse duiven worden 1 x ingeënt met rota-paramyxo, de jonge duiven 2 x met rota-paramyxo. Alle duiven worden ingeënt tegen de pokken. Tegen paratyfus worden alleen de oude en jaarse duiven ingeënt.
Ook wordt er regelmatig “zilverwater” verstrekt. Het is geen geneesmiddel maar het bevordert de algemene gezondheid.

Doffers hebben meer warmte nodig

De doffers worden gespeeld op 10 meter hokken met volière, de duivinnen op 8 meter hok met volière en de jonge duiven op een hok van 6 m x 5 m met inbegrip van de volière. Bij de jongen is het een open hok. De hokken van de oude duiven hebben een open nok en hier geldt het principe van weinig duiven op veel hok. Het zijn geïsoleerde hokken met gyproc. De duivinnen hebben een niet geïsoleerd hok.
De hokken van de vliegduiven worden dagelijks gereinigd. Bij de jonge duiven is er een deel stro en een deel vloerdekkorrel. Na het seizoen gebeurt de grote kuis.
Er zit niet veel glas in de hokken maar er zitten wel lichtplaten in het dak. De doffers hebben meer warmte nodig om de conditie te krijgen.

Veel herkoppeld

De kwekers worden gekoppeld op 20 december. De duiven worden veel herkoppeld maar aan dichte inteelt wordt er niet gedaan. De beste vliegers gaan na hun vliegcarrière naar het kweekhok. Maar tussendoor probeert Bart nog een goede kweker op de kop te tikken. Doorgaans wordt er goed x goed gekoppeld maar aan voorkoppelen wordt er niet gedaan.
De jongen moeten alleen maar ervaring opdoen voor hun latere carrière. De zwakke duiven worden geëlimineerd en de duiven moeten een goed model hebben in het vooruitzicht van een latere carrière als kweker. Het model speelt een belangrijke rol bij de selectie. Van de jongen worden er niet veel prestaties verwacht maar de oude duiven moeten kop vliegen.

Een paar toppers

• B21-6135275 “Blue Thunder” is een zoon van B17-6024117 “Freddy Lagoon” x B15-6287525 “Gladiator Force”. Hij is een beloftevolle jaarling met o.a. 14e prov. Tulle 750 d. en 9e prov. Brive 666 d.
• B21-6135050 is een dochter van B18-6024230 “Last Brother” (broer van “Little Star”, 1e Nat. Asduif Grote halve fond KBDB 2015) x B15-6020007 “Queen James” en won in 2022 o.a. 15e prov. Tulle 750 d. en 16e prov. Brive 666 d.

Succes bij anderen

Ontelbaar veel hokken slaagden met de Geerinckx-inbreng. Als we enkel al naar de laatste Olympiade in Roemenië kijken kunnen we stellen dat er Geerinckx-bloed aangetroffen wordt in 1e Olympiade jaarse team A en 1e Olympiade snelheid team B (Sabrina Brugmans), 2e Olympiade oude team A (Benny Steveninck), 1e Olympiade Allround en 1e Olympiade Fond (één jaar) team B (Arien-De Keyser), 1e Olympiade Fond en 2e Olympiade Fond (één jaar) team B (Casaert-Sénéchal) en tenslotte 2e Olympiade Fond (één jaar) team A (Tom & Marnik Van Gaver)!