FREDDY & JACQUES VANDENHEEDE - 1e Algemeen Prov. Kampioen Oost-Vlaanderen

Kruisem – We waren nog maar eens te gast bij de broers Freddy en Jacques Vandenheede naar aanleiding van hun knap seizoen 2019. Inderdaad, het afgelopen jaar was bijzonder succesvol voor het broederpaar met als uitschieters de snelste vijf op nationaal Vierzon, de nationale overwinning op Cahors, hun 136 prijzen in de top honderd nationaal, de titel van 1e Algemeen Provinciaal Kampioen Oost-Vlaanderen en nog veel ander fraais.

Basis van de kolonie

De basis van deze succesvolle Oost-Vlaamse kolonie gaat terug naar het droompaar B80/4733093 “Antigoon” x B88/4426810 “Het Krijt”. Toppers uit dit koppel zijn o.a. “Miracle Ace” met 1e Nat. Asduif KBDB Fond 2013, “Olympic Tygo” met 2e Nat. Asduif KBDB Fond 2018 en 2e Olympiadeduif Poznan 2019 en “Scooter” met 5e Nat. Asduif KBDB “All Round” 2019.
De inbreng van de duiven van De Rauw-Sablon zorgde ook voor een opstoot van klasse met o.a. “Annelise” met 1e Nat. Asduif KBDB Grote Halve Fond 2013, “Olympic Mercy” met 2e Olympiadeduif cat. B (halve fond) Poznan 2019 en “Triggerfinger “ met 3e Nat. Asduif KBDB Fond 2009 en een echte topkweker.
Latere inbreng van klassemateriaal kwam van Luc Van Coppenolle, Ouwegem; een doffer en een duivin van Sylvain Verhestraeten, Herentals; een doffer en een duivin van Wilson Dekens, Zingem; vier duivinnen van Gaston Van de Wouwer, Berlaar en een duivin van Noël-Willockx, Baasrode.

Weduwnaars bijlichten

Freddy en Jacques kwamen aan de start van het seizoen met een team van 100 weduwnaars en 90 duivinnen die op het klassiek weduwschap gespeeld werden, 250 jonge duiven en 50 koppels kwekers.
De weduwnaars worden eind december gekoppeld en trekken een koppel jongen groot. Er is een tweede koppeling in april en er wordt 2 à 3 dagen gebroed. In die periode worden de weduwnaars opgeleerd. Afhankelijk van het weer gaan ze in drie etappes tot 30 km. Rond 30 april worden doffers en duivinnen gescheiden. De doffers tweemaal daags laten trainen is de bedoeling maar meestal blijft het bij één keer door tijdsgebrek.
Bij de inkorving komen doffers en duivinnen nooit samen en dit vooral om te vermijden dat er door de verschillende tijdstippen van inkorven er een hele week met duivinnen moet gesleurd worden op de hokken. De doffers worden gespeeld op kleine halve fond en grote halve fond en wie op die afstanden goed presteert blijft op deze afstanden vliegen. De rest van de weduwnaars gaat naar de fond. Na aankomst van een wedstrijd blijven doffers en duivinnen samen tot ‘s avonds laat of tot de volgende morgen.
De weduwnaars worden bijgelicht van half juli tot einde seizoen van 5.30 u tot 8 u en van 20 u tot 22.30 u. Er wordt bijgelicht omdat het moeilijk was om de duiven in de pennen te houden tot de laatste vluchten. Dit werd een eerste keer geprobeerd in 2018 en met fantastisch resultaat en deze ingreep had geen invloed op de resultaten van 2019.

Start op een nestje

De duivinnen op hun nieuw hok onderbrengen in de maand januari is verschrikkelijk moeilijk en het duurt een maand vooraleer ze vlot binnenlopen. De duivinnen worden niet vroeg gekoppeld maar er wordt reeds vanaf half februari getraind. Ze worden op hetzelfde tijdstip opgeleerd als de doffers maar worden 5 à 6 keer weggevoerd tot 30 km. Bij voorkeur zouden de duivinnen tweemaal per dag moeten trainen maar het gebeurt meestal maar één keer.
De eerste koppeling heeft plaats begin april en dat in functie van de eerste nationale wedstrijd (Vierzon 2019). Ze moeten dan jongen van 15 à 16 dagen in de nestschotel hebben en ook de tweede nationale wedstrijd wordt op grote jongen gespeeld. Wanneer ze van de tweede nationale wedstrijd thuiskomen zijn de jongen weg, de doffer zit te wachten en dan begint het traditioneel weduwschap. Bij de inkorving komen de duivinnen samen met hun partner. Na aankomst van een wedstrijd blijven ze samen tot de late avond of tot de volgende morgen.
De paarlust wordt aan banden gelegd door de duivinnen in hun woonbak op te sluiten maar de meeste paarlustige tantes zijn er in de loop der jaren uitgeselecteerd. De duivinnen worden ook bijgelicht van half juli tot einde seizoen. Ze worden bijgelicht van 5.30 u tot 8 u en van 20 u tot 22.30 u.
Het bijlichten geeft het verschil van 1 pen per seizoen. De pennen worden ook geknipt om het wisselen van de slagpennen te vertragen en dat geeft ook het verschil van 1 pen per seizoen. Op een volledig seizoen betekent dat de winst van twee pennen en dat is toch al heel wat. 
De duivinnen eten en drinken in hun woonbak terwijl de weduwnaars uit een gezamenlijke voederbak eten.

Geen schuifdeur

De jongen worden hoofdzakelijk gekweekt uit de kwekers en een klein percentage uit de vliegduiven. De jongen worden liefst zo vroeg mogelijk gespeend en worden afzonderlijk gezet aan 21 of 22 dagen. Op die manier leren ze vroeger zelfstandig eten.
De jongen worden verduisterd van het laatste weekend van maart tot eind juni van 16 u ‘s avonds en ontwaken ‘s morgens met het daglicht. Er wordt bijgelicht vanaf half juli tot einde seizoen van 5.30 u tot 8 u en van 20 u tot 22.30 u. Later op het seizoen wordt er bijgelicht van 5.30 u tot 9 u en van 19 u tot 22.30 u.
Drie jaar na elkaar hadden Freddy en Jacques geen 1e ronde jongen (verkocht). De 2e ronde wordt in 5 à 6 keer opgeleerd tot 15 km. Eens opgeleerd worden de jongen niet meer tussendoor weggevoerd.
De jonge duiven worden niet met de schuifdeur gespeeld. Ze mogen een nestje bouwen maar dat gebeurt weinig omdat het hok uitgerust is met kleine duivinnenbakken. Het spel met jonge duiven is helemaal veranderd in vergelijking met vroeger. De focus ligt nu helemaal op het spel met de oude duiven. Bij jonge duiven in conditie is er weinig verschil tussen met of zonder nestje een goede uitslag te maken. Wanneer je in de running bent voor asduif dan is gepaard zijn wel belangrijk. Ik heb er helemaal geen zinnige uitleg voor zegt Freddy maar een jonge duif die ongepaard kopprijzen vliegt zal later schitteren als jaarse en als oude duif.
De 3e en 4e ronde wordt op een andere manier opgeleerd. Dan is het vakantie en Freddy leert graag jonge duiven op. Die rondes worden veelvuldig opgeleerd maar gaan niet verder van 12 à 15 km. Daarna maken ze onmiddellijk de sprong naar 120 à 150 km.

Eenvoudige voedermethode

De twee broers volgen een eenvoudige voedermethode. De duiven voor snelheid en halve fond krijgen na thuiskomst op zaterdag en zondag superdieet. Op maandag en dinsdag wordt er sportmengeling gevoederd. Op woensdag, donderdag en vrijdag wordt het Energy.
De duiven voor de grote halve fond met inkorven op donderdag, krijgen op zaterdag superdieet, op zondag en maandag sportmengeling en op dinsdag, woensdag en donderdag Energy.
De duiven voor de fond die op woensdag ingekorfd worden krijgen op zaterdag superdieet, op zondag sportmengeling en op maandag, dinsdag en woensdag Energy. Of de duiven nu gespeeld worden of niet, ze krijgen allemaal dezelfde mengeling.
De duiven die thuis blijven, krijgen in het weekend echter een klein rantsoen superdieet en op die manier wordt de groene mest op het hok vermeden. De duiven worden wekelijks ingekorfd en soms wordt er een rustweekend ingelast.
Bij aankomst van een wedstrijd zijn er elektrolyten in het drinkwater en in het begin van de week gaan er eiwitten over het voeder. Om de vier weken worden er vitamines verstrekt. Weduwnaars en jonge duiven worden volle bak in een gezamenlijke voederbak gevoederd. Na een half uur pikken wordt de etensbak weggenomen.

Regelmaat en liefst zo weinig mogelijk medicijnen

Freddy Vandenheede: "Medicijnen verkorten de prestatietermijn niet en ook de kolonie wordt op korte tijd niet verzwakt. Toch moeten we alert zijn voor een algemene resistentie op lange termijn. Wij willen echter wel klaar zijn om het tijdperk van “medicijnloos duivenspel” in te stappen. De wereld schuift  op naar “bio” en dat wordt ook het codewoord in de duivensport..
Alleen de vliegduiven worden voor het seizoen met een vijfdaagse kuur vrij gezet van tricho. De kwekers krijgen dat niet. In de loop van het seizoen worden de gele druppels verstrekt op welbepaalde tijdstippen. De weduwnaars krijgen een gele druppel in de bek wanneer de duivinnen weggenomen zijn. De vliegduivinnen krijgen hun gele druppel op dinsdag. De jonge duiven krijgen de gele druppels 1x per week in het drinkwater. Bij de jongen zal dat in de toekomst 2x per week gebeuren. Er zijn sporadisch jonge duiven die op het einde van het seizoen toch tricho krijgen. Volgens mij is het belangrijk dat we regelmaat zoeken in de verzorging.
De laatste drie jaar werd er bij de oude duiven niet behandeld tegen luchtweginfecties. Bij de jonge duiven werd er in 2019 eenmaal behandeld.
Tegen “one eye cold” wordt er niks gedaan. Het gaat veel sneller weg wanneer je niks doet. Bij gebruik van medicijnen blijft de aandoening veel langer sluimerend aanwezig op het hok. In 2019 begonnen de jongen na de “one eye cold” goed te vliegen maar kenden nadien een dipje. Dan werd er behandeld tegen luchtweginfecties.
Adeno leverde niet echt problemen op in 2019. Tegen paratyfus werd er 10 dagen behandeld en daarna ingeënt.
Volgens mij is regelmaat het ordewoord in de natuur. Wij moeten dat toepassen in de duivensport en naar regelmaat in de verzorging zoeken.”

Liefst samenkweek

De broers Vandenheede houden het vrij simpel op het kweekhok en er wordt goed x goed gekoppeld. Met de kwekers hebben ze drie jaar geduld en dan moeten er resultaten zijn. Zij hebben een goed gestoffeerd kweekhok en al hun nationale asduiven en alle nationale winnaars gaan op de kweek. De minder goede worden geëlimineerd. De kwekers worden op 25 november gekoppeld. De kweekparen worden regelmatig herkoppeld en er wordt niet aan familiekweek gedaan.
Ongeacht de kwaliteit in eigen kweekvolière gaan ze nog op zoek naar topduiven. Asduiven en nationale winnaars tegen een normale prijs staan bovenaan op het verlanglijstje. Er wordt nu echter meer ingezet op samenkweek met een goed hok eerder dan op de aankoop van enkele duiven. Er wordt aan compensatiekweek gedaan alleen uit noodzaak maar ondertussen zijn de hokken bevolkt met hoofdzakelijk duiven van hetzelfde type. Voor de kweek wordt er niet aan voorkoppelen gedaan maar de kwekers krijgen wel licht op de hokken vooraleer ze gekoppeld worden.

Strenge selectie

Freddy: ”Wij leggen de lat heel hoog bij de selectie van oude en jonge duiven. Van de oude duiven worden prijzen per 100-tal en kopprijzen verwacht en ook dat ze niet veel missen. De jonge duiven moeten allemaal minstens een nationaal vliegen. Wie kopprijzen wint mag blijven maar er wordt ook naar de afstamming gekeken. Ge moet niet alleen mooie maar ook goeie duiven hebben. Wat mij ook opvalt is dat doorheen de jaren de mensen daarvan gemaakt hebben dat wij geen mooie duiven hebben. Men is dan telkens verwonderd wanneer men de duiven ten huize Vandenheede in de handen krijgt. Wat wij eigenlijk willen zeggen is: indien we een duif moeten beoordelen, dan beoordelen wij eerst de vlieg- en/of kweekprestaties en daarna komt pas de bouw. “

Volières voor de hokken

De duiven worden gespeeld op 30 m tuinhokken die niet geïsoleerd zijn. Er staan volières voor de hokken van de jongen en de vensters van het hok staan dag en nacht open. Dat zorgt voor een aangenaam hokklimaat op de hokken.
Op de hokken van de oude duiven is er een verluchtingspleet van 2 m voor en boven de duiven. De hokken hebben een plankenvloer en worden tweemaal daags gereinigd. Voor het seizoen 2020 denkt men er sterk aan om op een bepaald moment in de loop van het seizoen de hokken van de jonge duiven niet meer te reinigen. Verder hebben de hokken van de duivinnen veel glas, de hokken van doffers hebben de helft minder glas en op het hok van de jonge duiven is er praktisch geen glas.

Varia

Freddy:”Wij spelen onze duiven op de fond tot 800 km en de duiven kunnen perfect deze afstand aan. Ook de internationale wedstrijden kunnen onze duiven aan maar dan moeten ze een heel andere opleiding krijgen. Het is niet de bedoeling om die afstanden met veel duiven te spelen. Wij zetten een beperkt aantal duiven in op deze vluchten om het Algemeen Nationaal Kampioenschap te winnen. Wij hebben geen brede basis voor deze wedstrijden. De grote fond eist een ander systeem, de opleiding is anders, het moet gebeuren met de beste duiven en doorgaans worden alleen die bepaalde wedstrijden gespeeld.
Vijf vluchten voor jonge duiven is een perfect haalbare kaart maar dan wel voor duiven in conditie. Een normale prestatieduif moet 10.000 km aankunnen in haar carrière. Wij hebben gekozen om dat te doen in 2 jaar. De melker zet zijn joker in wanneer hij wil maar op is op! De duiven hier vliegen 5000 km per jaar en hun carrière duurt twee jaar. Ook de kleine melker moet voor zichzelf de keuze maken.”