RUDI DIELS - 1e NAT. ASDUIF HALVE FOND JONGE !

Beerse - Beerse ligt in het noorden van de Antwerpse Kempen... in de schaduw van grote broer Turnhout... en kreeg een plaatsje op de wereldkaart dankzij de farmagigant Janssen Farmaceutica ! Beerse is sinds mensenheugenis ook een echt “duivennest” met voor en na de Tweede Wereldoorlog volle lokalen en een massa duivenmelkers. Nu telt men er nog twee maatschappijen ... “Beerse Samenspel” en “Beerse Den Hout” ... samen nog 50 man sterk.
Een van de vaandeldragers van de actuele duivensport aldaar is zonder twijfel Rudi Diels (58). Al decennia lang sterk op de vitesse ... vaste klant in de nationale kampioenschappen en in 2007 volop voor het voetlicht met de titel van 1e Olympiadeduif Snelheid Oostende 2007 !
Maar 2011 was opnieuw een boerenjaar voor "de Rudi" ! Hij was met 1e Nat. Asduif Kleine Halve Fond Jonge Duiven K.B.D.B. ... 6e Nat. Asduif Kleine Halve Fond Oude Duiven K.B.D.B ... en 4e Nat. Kampioen Kleine Halve Fond jaarlingen K.B.D.B. de grote slokop in de nationale kampioenschappen.

Nonkel Jef !

Rudi stamt uit een echte duivenmelkerfamilie ... alle nonkels waren "duivensjappers" ... behalve zijn bloedeigen vader. Wanneer het op woensdagnamiddag geen school is ... en vader en moeder gaan uit werken ... waar belandt zo’n jonge snaak ... juist, bij grootmoeder. Daar leerde hij “nonkel Jef” kennen ... een jonkman die alle liefde reserveerde voor zijn duiven ... maar met serieuze hartproblemen zat. In zijn jonge tijd was hij eens aan de “elektriek blijven hangen” (elektrocutie) en had daardoor een serieuze hartkwaal opgelopen.
Nonkel Jef slofte ’s morgens naar het duivenhok ... Rudi bracht hem daar zijn middageten ... en tegen de avond kwam nonkel pas terug naar binnen. Moest er een zakje duivenvoeder van Natural (5 kg was toen de mode) gehaald in de winkel ... of moesten er duiven opgelaten worden ... dan hielp Rudi hem uit de nood.
Nonkel had een “Rosse” ... een “beul” (lokker) die zo oud was als de straat. De melkers zegden Jef ... wat kunt ge nog met zo’n oude duif doen ... maar hij had zijn antwoord klaar. Ik hou die duif om Rudi te leren hoe hij duiven moet vastpakken !
Nonkel Jef stierf in 1965 ... en in 1966 bracht Rudi zijn eerste hoklijst binnen ... en timmerde ook zijn eerste hok ... 1 m x 1,20 m ... wat latten en planken en kartonnen dozen als woonbakken. Vader zag dat het menens was met zijn zoon en begon zich ook serieus voor de duiven te interesseren.
Er werd een nieuw hok gebouwd ... het “Vossesoort” van Joske Wouters, Vosselaar werd binnen gehaald ... en in de zeventiger jaren speelden vader en zoon Diels keihard op de vitesse. Toen vader van de dokter verbod kreeg om nog duiven te houden ging Rudi in 1990 voor eigen rekening van start.
Een deel van het kippenhok werd aangeslagen ... Rudi zaagde een gat in de muur ... daar kwam een spoetnik voor ... en hij was opnieuw vertrokken. De duiven die het toen moesten waar maken kwamen van Joske Wouters, Vosselaar ... nonkel Karel Borghmans, Vosselaar ... en nonkel Jan Borghmans, Beerse.
Het jaar voor dat Rudi op zijn huidig adres van start ging in 1995 werden alle vliegduiven verkocht ... en de 28 kwekers die bij moeder onderdak kregen moesten zorgen voor een nieuwe start. Een flitsende start mag je zeggen ... want in 1995 haalde hij volgende titels binnen ... 2e Nat. Kampioen Snelheid en Halve Fond ... 12e Nat. Kampioen Jonge Duiven ... 1e Provinciaal Kampioen fond jonge duiven ... 2e Algemeen Provinciaal Kampioen !
De huidige basis wordt gevormd met duiven van Joske Wouters, Vosselaar ... André Bellens, Zandhoven ... Mariën-Royberhgs, Berlaar ... nonkel Jan Diels, Vosselaar ... Verhoeven – De Houwer, Wechelderzande ... samenkweek met Frans Lenaerts en Zn, Merksplas ... een duivin van Toine Jacops, Vorselaar... en een doffer van Gebr. De Scheemaecker.

Klassiek weduwschap

Rudi Diels komt aan de start van het nieuw seizoen met een ploeg van 14 weduwnaars ... 10 duivinnen op weduwschap ... 25 koppel kwekers ... 80 jonge duiven ... en enkele voedsterkoppels.
Noyon genoot lange tijd zijn voorkeur ... maar de laatste jaren gaat hij voluit op halve fond. Bourges is de wedstrijd van het jaar en daarop worden voornamelijk jonge duiven ingekorfd.
“De weduwnaars worden uitsluitend ingezet op Noyon en halve fond ... en naargelang de prestaties is de 1e of 2e zondag van augustus hun laatste wedstrijddag. Dan mogen ze een nestje bouwen en twee jongen optrekken ... en eens de jongen gespeend worden doffers en duivinnen gescheiden.
De doffers krijgen een goede ruimengeling in de voederbak... komen bij goed weer 1 à 2 keer per week los. Er gaan royaal mineralen (dierenarts Mariën)... biergist... en lookolie over het voeder... en soms een hele week kruidenthee met muitzaad in de drinkpot.
Op 25 december wordt er gekoppeld ... twee jongen in de nestschotel ... de jongen gespeend en doffers en duivinnen opnieuw gescheiden ... en er volgt geen tweede koppeling voor aanvang van het vliegseizoen. Hoogstens komt de duivin een paar dagen op het hok om elkaar opnieuw te leren kennen ... maar zeker geen eieren in de nestschotel.
Rond half april vliegen ze de eerste keer Noyon ... en vervolgens iedere week halve fond tot begin augustus. Bij de inkorving krijgen ze de eerste maanden alleen de nestschotel in hun nestvak ... met uitzondering van de jaarlingen die de eerste keer wel hun duivin te zien krijgen. De laatste maand van het weduwschap komen doffers en duivinnen wel samen ... maar het is wel de bedoeling om de weduwnaars zo kalm mogelijk in de mand te zetten. Dus zeker geen extramotivatie om het “wekkertje” wat harder op te draaien. Dat is trouwens helemaal niet nodig want een weduwnaar weet zeer goed wanneer het zaterdag is !
De weduwnaars worden ... eenmaal opgeleerd ... niet meer tussendoor weggevoerd. Zaterdag na aankomst wordt er dieet gevoederd en gaan er elektrolyten in het drinkwater. 's Avonds wordt er sport- of kweekmengeling gevoederd. Zondag wordt het 's morgens zuivering en 's avonds dieet... op maandag zowel 's morgens als 's avonds dieetmengeling... op dinsdag zowel 's morgens als 's avonds 1/2 dieet + 1/2 sport... op woensdag tweemaal "Vandenabeele-mengeling" (Beyers)... op donderdag tweemaal 100 % sportmengeling. Op vrijdag (inkorvingsdag) 's morgens dieetmengeling en om 13 u nog eens volle bak dieet. Na iedere trainingsbeurt ligt er in de woonbak van elke weduwnaar een snuifje snoepzaad te wachten. Op woensdag gaan er olie en mineralen over het voeder... en ook tijdens het vliegseizoen wordt er tweemaal per week kruidenthee verstrekt."

Duivinnen op weduwschap

“Ook de duivinnen worden op 6 december gekoppeld ... brengen twee jongen groot ... en vertrekken op het weduwschap zonder tweede koppeling. Meestal moet ik met de oude duivinnen op het nestspel overschakelen omdat ze te paarlustig zijn ... met de jaarse duivinnen heb ik veel minder problemen. De eerste weken kan ik ze nog in toom houden op schabjes ... maar daarna moeten ze in hun woonbakken opgesloten blijven.
Bij de inkorving komen duivinnen en doffers altijd samen ... in het begin 5 minuten ... later tijdens het seizoen tot een half uur. Ze komen echter nooit “echt” bij elkaar ... de duivin wordt “halfbak” gezet ... en zij kan haar doffer zien door het traliewerk. Op die manier wordt vermeden dat te driftige doffers te stevig inhakken op hun duivin en zo verwondingen of oogletsels veroorzaken. Maar zoals je bij het klassieke weduwschap perfecte “weduwduivinnen” nodig hebt om succesvol weduwschap te spelen ... zo heb je ook perfecte “weduwdoffers” nodig om met de duivinnen met succes het weduwschap te spelen.
De duivinnen hebben hetzelfde voederschema als de doffers ... en zoals bij de doffers is het ook belangrijk de duivinnen aan het eten te houden tot aan de inkorving.”

Jongen op de schuifdeur

“Ik fok een ploeg van 60 vroege jonge duiven die na de eerste Quiévrain gescheiden worden. De jonge bende wordt aanvankelijk op de schuifdeur gespeeld ... tegen augustus komen ze dan met een nestje. Ik speel geen weduwschap met jonge duiven gekoppeld met een oude partner. De jongen worden verduisterd van begin maart tot half mei ... en het is niet echt pikdonker op het hok. De jonge ploeg wordt in een 5-tal etappes opgeleerd tot 27 km ... en gaat dan verder op stap met de grote mand ... Hal ... 2 x Quiévrain ... 2 x Noyon en vervolgens de halve fond.
Zoals vele melkers had ik ook mesttransportbanden geïnstalleerd op mijn hok ... maar die hebben niet lang dienst gedaan. De opening waarin deze band loop is een echte tochtpijp op het hok ... bekijk maar eens hoe de kleine pluimpjes op de roosters in de woonbakken bewegen in die “tochtstroom”. Niet gezellig noch gezond voor de duiven ! Door de wrijving van de bewegende bevuilde band in de geleiders en schrapers wordt er ook veel fijn stof gemaakt ... en als er iets slecht is op een duivenhok dan is het wel stof !
In 2011 heb ik heel veel tegenslag gehad met mijn jonge duiven. Niet vergeten... we zijn hier omringd door een massa hoogspanningsdraden en dat vergt slachtoffers zowel bij het opleren als bij de wedstrijden. Eens de jonge duiven de halve fond in de vleugels hebben worden ze tussendoor niet meer opgeleerd.
Soms gebeuren er onverklaarbare zaken in de duivensport. Mijn vroege jongen heb ik met de beste zorgen omringd. Ze werden 10x met de wagen weggevoerd... Zandhoven... Massenhoven ... Quiévrain... en toch vielen daar de meeste slachtoffers. De 2e en 3e ronde een paar keer lappen en meteen naar Quiévrain en geen enkele jonge duif kwijt !"

Weinig medicamenten

"Het klinkt misschien niet modern maar ik probeer zoveel mogelijk het gebruik van medicijnen te beperken en de natuurlijke weerstand aan te scherpen. Bij de selectie van jong en oud speelt de natuurlijke gezondheid van een duif een belangrijke rol.
En dat begint reeds als jonge duif ! Voor het hok van de jonge duiven staat een volière ... en de jongen kunnen bij alle weer en wind buiten. Soms vraag ik me af ... maar waarom komen jullie in godsnaam niet binnen bij zo’n slecht weer ... maar zo worden ze gehard tegen de kwalen.
Na afloop van het vliegseizoen gaat de medicijnkast op slot en voor de vroege kweek ga ik op controle bij de dierenarts (Fernand Mariën / Vincent Schroeder). Er werd toen een lichte besmetting van trichomonas vastgesteld maar er werd niet behandeld. De weduwnaars werden de eerste keer tegen trichomonas behandeld (1/4 Flagyl) na Orleans en daarna niks meer. Bij begin van het vliegseizoen werd er drie dagen behandeld tegen luchtwegeninfecgties.
Er komen hier duivenmelkers en na een goede uitslag vragen ze mij ... “Rudi, wat geef jij toch aan uw duiven ?” Ik antwoord met een wedervraag ... “Heb jij ooit een eerste prijs gespeeld ?” Meestal zeggen ze dan ja ... en dan vraag ik ... ”Wat heb jij aan die duif gegeven ?”

Gemetste hokken

Rudi is een melker met twee rechterhanden... en voor zowel de weduwnaars als de jonge duiven zijn er twee gemetste hokken opgetrokken... eentje boven het huis van de moeder van Rudi... eentje boven de eigen woonst. Beide hokken zijn gebouwd in een uitsparing van het dak... het ene gericht naar het noorden (weduwnaars + duivinnen)... het andere gericht naar het zuiden (jonge duiven).
Voor een sterk seizoen met de oude duiven is een warme zomer een uitstekende bondgenoot. In volle zomer is er een wereld van verschil tussen de temperatuur bij de jongen en die bij de oude duiven. In de achterzijde (dak) van het hok van weduwnaars werden enkele dakvensters aangebracht waarmee het zonlicht gevangen wordt en via een doorzichtige plastiek plaat in het plafond komt het toch op het hok bij de duiven.
De verluchting gebeurt via een verluchtingstrook (nu 20 cm) in het plafond voor en boven de duiven. Maar tijdens de zomer kan die met schuiven aangepast worden.

Het kweekhok is belangrijk !

“Gelukkig heb ik met B03/6033216 “De Peet” x B03/6033221 “Blauw Klein” een uitstekend kweekkoppel ontdekt. Zij werden niet alleen de ouders van het “Goudhaantje” ... maar gaven nog meer excellente nakweek. "Goudhaantje"... en broers en zuster van deze topdoffer... vormen op het kweekhok de bloedlijn waar alles om draait. Zij gaven geweldige nakweek met o.a.
* 1e Nat. Asduif halve fond jonge duiven K.B.D.B. 2011 komt uit een dochter van het "Goudhaantje".
* 6e Nat. Asduif halve fond jonge duiven K.B.D.B. 2011 komt uit een broer van het "Goudhaantje".
* "Miss Poznan"... de Olympiadeduif van Bart Van Oeckel, Oud-Turnhout komt uit een zuster van het "Goudhaantje".
* De 4e Nat. Asduif Snelheid K.B.D.B. 2009 van Herman Lenaerts, Merksplas is een zoon van het "Goudhaantje".
* 1e Nat. Asduif kleine halve fond K.B.D.B. 2010 van Fernand Mariën komt uit een dochter van het "Goudhaantje".
Een andere excellente bloedlijn is B98/6161525 “Blauw 25 van Roeper” die eveneens prima nakweek geeft.
Op het kweekhok handhaven we de politiek van verwijderde familiekweek... vader x kleindochter (zeer goed gelukt) ... neef x nicht... dat kan nog allemaal... maar dichter ga ik niet ? Kruisingsmateriaal wordt doorgaans gevonden in duiven die goed in de hand liggen met een goed model... extra pluimen- en vleugelkwaliteit... en goeie spieren. Een goed palmares is zeker geen noodzaak.