Liefhebber:
Onderwerp:
Paul rolde in 2014 van het ene succes in het andere. Van Quiévrain tot Guéret wisten zijn jonge duiven vroege prijzen te winnen. Op aandringen van Louis Vermeerbergen werd een formulier voor de nationale kampioenschappen ingediend. Het resulteerde in de nationale titel bij de jonge duiven. En ook in Fondclub Herentals hebben we Paul en zijn echtgenote in de bloemetjes gezet.
Paul groeide op in Voortkapel, een deelgemeente van Westerlo. Thuis op de boerderij liepen er altijd wel enkele duiven rond op zoek naar een verloren graantje. Paul had vooral oog voor de geringde duiven en die probeerde hij te vangen. Ze kregen onderdak in een verlaten hoekje in de schuur en hij kweekte eruit.
In 1971 knutselde vader een duivenhokje in elkaar en samen gingen ze deelnemen aan de wedstrijden. Op zondagmorgen was de kleine Paul al vroeg wakker om de duiven op te wachten, maar de prijzen waren vaak al verdeeld wanneer bij hen het eerste duifje neerstreek. Van nonkel Jos Heylen kregen ze het jaar nadien enkele kweekkoppels. Boerke Heylen uit Herenthout was toen een gerenommeerd vitesser met supersnelle duiven, die massa’s geldprijzen wonnen. Pouls van 1000 en 2000 waren toen in de regio geen unicum en Jos was er een kwade klant naar. Hij was vermaard in de hele omtrek. Met de soort van nonkel Jos lukte het bij Paul en zijn vader behoorlijk. In ’73 wonnen ze 2 eerste prijzen met de jonge duiven uit Noyon. Paul had natuurlijk meteen de smaak te pakken. Hij werd besmet met de duivenmicrobe en eens je die in je lijf hebt, geraak je die nog moeilijk kwijt. De volgende jaren werd door het duo met wisselend succes deelgenomen aan de wedstrijden.
In 1984 is Paul gehuwd en in Herenthout gaan wonen. Het eerste cadeau dat hij daar van zijn vrouwtje kreeg was een mini duivenhokje. In 1985 ging hij voor het eerst zelfstandig spelen. Het werd een jaar om nooit te vergeten. Paul startte met 11 jonge duiven en op de tweede vlucht uit Quiévrain kreeg hij er 9 van de 11 tegelijkertijd thuis. Toch niet te geloven! Hij begon met de tweede prijs. Iedereen kende meteen die nieuwkomer en in het lokaal wilde Jan en alleman weten waar hij die duiven vandaan had gehaald. Ook de volgende vluchten toonden zijn duifjes zich van hun beste zijde. Toen hij in juli 3 weken op congé ging, had hij in het kampioenschap een straat voorsprong. Maar Paul leerde onmiddellijk de keerzijde van de medaille kennen. Bij zijn terugkeer uit verlof bleek de conditie helemaal weg. Dezelfde duiven die wekelijks voor successen hadden gezorgd, geraakten een maand later nog amper het papier. Dat jonge duifjes in goede conditie schitterende uitslagen kunnen behalen, zeker op de snelheidsvluchten, mocht Paul ook de volgende jaren meermaals ervaren.
In 1990 werd er gebouwd en er verscheen meteen een ruimer gemetseld duivenhok in de tuin. Het bestand werd van jaar tot jaar wat uitgebreid. Paul legde zich toe op het spel met de jonge duiven en speelde uitsluitend op de snelheid. Het ene jaar ging het super, het jaar nadien vaak wat minder. Forme en conditie bleken een wispelturig iets en lieten zich niet dwingen, maar dat het onontbeerlijk is om successen te behalen, hoef je Paul niet te vertellen. In die jaren ging Paul op zaterdagnamiddag regelmatig de duiven opwachten bij Jef Houben in Itegem. Daar was altijd wat te beleven. Ze speelden er met veel duiven en met duivenweer was een eerste prijs nooit ver weg. Pipa bestond nog niet, maar wanneer de eerste duiven in de voorvlucht gearriveerd waren, werd dit doorgeseind naar de “letters”.
De spanning steeg er dan met de minuut. In 2009 kwam Paul een beetje toevallig terecht bij Jos Vercammen in Vremde. Ook daar viel er wat te beleven en Paul werd er trouwe klant om de duiven mee op te wachten.
In 2011 vroeg en kreeg hij van Jos een duif (845/11) en ook in 2012 kreeg hij enkele eitjes (505/12 en 532/12). En in 2014 opnieuw. Paul is vol lof over Jos en zijn duiven. Het waarom laat zich al raden. Met de duiven van Jos op zijn hok wou Paul het in 2013 toch ook eens wat verderop proberen. Dat was de bedoeling toch, maar wie op 6 dagen 30 jonge duiven dood (Adeno 2) op het hok vindt, moet zijn plannen bijsturen. Toch werd er enkele keren met 2-3 jonge duiven deelgenomen aan de nationaals, maar zonder succes.
(Bijna) alles lukte in 2014
Het ene jaar is het andere niet. In 2014 lukte de kweek perfect en verliezen waren er nauwelijks. Paul had zo’n 100 jongen van de eerste en tweede ronde. De eerste eieren van de kwekers werden onder voedsterkoppels gestopt. Alle jonge duiven verschilden dus amper twee weken in leeftijd. Op 1 mei stond hun eerste leervluchtje van 1 km geprogrammeerd. Daarna werd in 8 stapjes de afstand heel geleidelijk opgedreven tot 2, 4, 8,... 40 km. Vanaf 4 km worden de duiven om de minuut, één voor één gelost. Een klad van 100 duiven zal gemakkelijker in de elektriciteitsdraden vliegen dan een kleiner groepje. Met ze afzonderlijk te lossen vormen er zich meestal groepjes van 3-5 duiven en dan is het risico om ergens tegenaan te vliegen toch kleiner. Misschien leren ze op die manier ook wel iets meer, al is zoiets moeilijk te bewijzen. De duiven voor de snelheid en de fond kregen hetzelfde opleerprogramma en zaten op hetzelfde hok. Pas na hun eerste Quiévrain werden de geslachten gescheiden. Een 60-tal duifjes werden voorzien voor de snelheidsvluchten en 26 voor het spel met jonge duiven op de nationaals.
De voorbestemde fondvliegers vlogen op 18 en 25 mei Quiévrain (110 km) en de volgende twee weken Noyon (212 km) en daarna Sourdun (305 km). Ze kregen dan een week rust. Ze werden gekoppeld en kregen een oude partner. De duivinnetjes bleven 4-5 dagen bij hun partner en de jonge duivers mochten enkele dagen broeden voor ze op weduwschap werden gezet. In Juli werden duivers en duivinnen ingezet op Noyon, Sourdun en Gien (411 km). Na Noyon en Sourdun bleven de koppeltjes samen tot ’s anderendaags. Vanaf Gien werden de koppeltjes een half uur voor ze werden ingekorfd samengebracht en na de vlucht bleven ze ook weer samen tot ‘s anderendaags. Deze methode werd ook gebruikt op de 6 nationale vluchten met jonge duiven
Verzorging
Als de jonge duiven 3 weken oud zijn, worden ze gespeend. Vanaf dag 1 is er appelazijn en naturaline in het drinkwater en dat het hele vliegseizoen lang. De eerste 3 weken na het spenen wordt uitsluitend kweekmengeling voorgeschoteld. Daarna wordt overgeschakeld op een mengeling van 50% sport, 25% zuivering en 25% dieet. Goedkope en duurdere mengelingen worden gemixt, zodat je een grote diversiteit aan granen krijgt. Als de laatste jongen gespeend zijn, worden ze 6 dagen behandeld tegen tricho. In maart worden de duiven gevaccineerd tegen paramyxo en met het borsteltje ingeënt tegen de pokken. Einde mei kreeg alles nog een 3-daagse kuur tegen tricho. Verder werd er op medisch vlak in 2014 niks ondernomen. Als de resultaten goed zijn, stelt een mens zich weinig vragen. Zo is dat toch?
Training
Wie ’s morgens rond 7 u. naar zijn werk vertrekt en meestal pas rond 17.45 u. arriveert, is serieus gehandicapt om zijn duiven te laten trainen. De eerste weken dat de jonge duiven gespeend zijn, staat er een rennetje op de valplank. Zo leren ze de omgeving kennen. Enkel tijdens het weekend kunnen ze dan de verdere omgeving verkennen. Naarmate de dagen lengen worden de duiven vanaf 18 u. uitgelaten. In de beginperiode zitten alle jonge duiven op hetzelfde hok. Dat maakt de klus van het verzorgen en trainen eenvoudiger. Ze maakten redelijk snel het uur vol en het gebeurde regelmatig dat ik de weduwnaars moest uitlaten om de klad naar beneden te halen omdat de duisternis inviel. Na hun eerste Quiévrain werden de geslachten gescheiden. De jonge duiven op de snelheid worden eerst op de schuifdeur en daarna op nest gespeeld. Die trainen vanaf 18 u. Omstreeks 19 u. werden de jonge weduwnaars voor de fond gelost en nog een uur later komen de duivinnen aan de beurt. Ze trainden allemaal vlot het hele jaar door, soms meer dan een uur. Het ene jaar is het andere niet en vraag me niet waarom dit zo is. Het gebeurde allemaal vanzelf.
Verduisteren
Dat begint hier vanaf 1 maart. Vermits de hokken van de jonge duiven geblindeerd zijn, gaat de lamp hier branden om 11 u. in de voormiddag. Dat geeft me ’s avonds de tijd om rustig de duiven te kunnen verzorgen tot de duisternis invalt, want in de beginperiode na het spenen is het vanzelfsprekend dat er ’s avonds moet bijgelicht worden om de duiven te soigneren.
Efficiëntie en improvisatie
Alle hokken zijn voorzien van roosters en tot na de eerste Quiévrain zitten de jonge duiven op kapelletjes. Pas daarna gaan de bakken open. Efficiëntie is een noodzaak als je zo weinig tijd voor je duiven hebt als ik. Het gebeurt zelfs dat ik ’s avonds nog hier of daar langs moet om een offerte te maken. Dan durf ik al eens alles samen te lossen of sommige hokken een dagje extra rust geven. Vaak moet er geïmproviseerd worden, maar het werk heeft hier nog altijd prioriteit. Als ik van het duivengewin had moeten leven, zou mijn gezinnetje moeilijke tijden hebben beleefd. Tot nader order blijft duivensport een hobby en deelnemen aan de vluchten is pure ontspanning. Tot half mei neem ik met de oude duiven deel aan de snelheidswedstrijden en in het najaar speel ik die opnieuw, maar dan op nest. Het spel met de jongen heeft me altijd het meeste voldoening gegeven. Ik speel graag met veel duiven. Dat is altijd zo geweest.
1e Nationaal Kampioen KBDB Fond Jonge duiven 1e Kampioen Fond Jonge duiven in het samenspel Heist-Goor + Herentals 1e Kampioen Fond Jonge duiven Fondclub Herentals 5e Kampioen Jonge duiven Cureghem Centre 1e, 2e en 5e As Jonge duiven Fondclub Herentals 22e en 24e Asduif KBDB Fond Jonge duiven 5e Asduif Snelheid in het Diamantverbond |
De nationale titel : met dank aan Jos Vercammen
Paul behaalde de nationale titel met 5 verschillende duiven. In 4 van hen komt de duiver van Jos Vercammen voor, die Paul in 2011 van Jos heeft gekregen. Twee dochters, een kleindochter en een kleinzoon hebben meegewerkt om deze titel binnen te halen.
Hieronder de stamboom van de schenking van Jos Vercammen en het palmares van de 5 duiven die voor de titel zorgden.
6122347/2014 (1e get. Bourges – 1e get. Argenton) (kleinzoon 845/11)
Vader: 6146600/13: zoon van 845/11 (Jos Vercammen) x duivin rechtstreeks van Jan Gommers (lijn Johan Donckers)
Moeder: 6146564/13: uit de superweduwnaar van Leon De Haes (lijn Kannibaal – Dirk Van Dyck) x 6274505/12 (eitje gekregen van Jos Vercammen)
Sourdun: 17/430
Sourdun: 112/1548
Gien : 57/919 – prov. 190/9779
Bourges: 20/301 – prov. 307/3652 – nat. 1244/30180
Chateauroux: 23/219 – prov. 510/3652 – nat. 2305/22818
Argenton: 26/267 – prov. 441/4017 – nat. 1328/27267
6122383/2014 (2e get. Bourges) - (kleindochter 845/11)
Vader: 6274532/12 (eitje Jos Vercammen en nestbroer 6274505/12)
Moeder: 6146583/13 (uit 6340845/11, gekregen duiver Jos V. x 6203509/07 eigen superkweekster)
Sourdun: 83/1548
Gien: 86/919 prov. 301/6446
Bourges: 28/301 – prov. 363/4438 – nat. 1484/30180
6122381/2014 (2e get. Argenton)
Vader: duiver uit de superweduwnaar van Leon De Haes (lijn Kannibaal – Dirk Van Dyck).
Moeder: 6274505/12 (eitje Jos Vercammen)
Noyon: 2/233 – 10/824
Noyon: 21/236 – 90/896
Argenton: 7/267 – prov. 142/4017 – nat. 463/27267
6122453/2014 (1e get. La Souterraine – 1e get. Guéret) – (dochter 845/11)
Vader: 6340845811 (rechtstreeks Jos Vercammen)
Moeder: 6287810/05 (rechtstreeks Jos & Kurt Raets, duif van Nederlandse origine met Herman Calon en Koen Minderhoud in de stamboom)
Chateauroux: 12/219 – prov. 311/3652 – nat. 1130/22818
Argenton: 13/267 – prov. 187/4017 – nat. 570/27267
Tours: 11/214 – prov. 265/4557 – nat. 718/24097
La Souterraine: 20/160 – prov. 337/2837 - nat. 699/18588
Guéret: 5/166 – prov. 155/2706 – nat. 1056/16619
1e Asduif – Fondclub Herentals
22e Asduif – Nationaal KBDB
6122415/2014 (2e get. La Souterraine – 2e get. Guéret) (dochter 845/11 en zuster van 453/2014)
Quiévrain: 40/1932
Noyon: 79/896
Châteauroux: 32/219 – prov. 651/3652 – nat. 3074/22818
Argenton: 17/267 – prov. 266/4017 – nat. 818/27267
Tours: 13/214 – prov. 293/4557 – nat. 811/24097
La Souterraine: 11/160 – prov. 223/2837 – nat. 441/18588
Guéret: 8/199 – prov. 203/2706 – nat. 1656/16619
2e Asduif Fondclub Herentals
24e Asduif – Nationaal KBDB
De vijfde duif die heeft bijgedragen komt uit een duivin afkomstig van Jos Vercammen. Zoals je kan merken in de stamboom van de 845/11 komt de Chateauroux-winnaar bij Jos Vercammen uit diezelfde lijn. De 22e en 24e nat. Asduif KBDB - Fond – Jonge duiven zijn twee zusjes uit de 845/11 van Jos Vercammen. Enkel Jos alle lof toezwaaien zou niet eerlijk zijn. De partner van de duiven van Jos was altijd van andere origine. Ook zij zullen hun genetisch materiaal wel hebben doorgegeven aan hun nakomelingen. “Ere wie ere toekomt”.
Asduifje op Quiévrain
Ook op de snelheid had Paul een duivin (6122428/14) die het fantastisch deed. Op de plaatselijke uitslag in Herenthout won het asduifje 1/370, 1/228, 1/208, 4/209, 6/406, 8/526 en 15/320. In het Diamantverbond was dit goed voor 3/776, 4/1310, 4/673, 18/1701, 33/626 en 102/1508. De vader van dit duifje werd gekweekt uit een rechtstreekse duiver van Stefaan Lambrechts met een duivin van Johan Van Herck. De moeder stamt af van de legendarische Turbo van Jos Heylen, zowel langs vaders- als moederszijde.
Fondclub Herentals : fier op zijn nationale kampioen
Paul beleefde een schitterend jaar 2014. Hij beseft dat alles wat heeft meegezeten en dat het behalen van de nationale titel zich wellicht niet zo vlug zal herhalen. We zien wel wat de toekomst brengt. Het nieuwe seizoen staat voor de deur en we kijken nu al uit naar de prestaties van onze nationale kampioen. Paul is lid van onze Herentalse fondclub en iedereen van de club is fier en heeft meegenoten van zijn titel en daarom nog één keer: proficiat, Paul!
Auteur: