VAN DEN ABBEEL-VAN PAESSCHEN - 1e Nat. Asduif Grote halve fond jonge 2019

Lebbeke – Een plaats in Oost-Vlaanderen en meer bepaald in de Denderstreek waar Lebbeke, Denderbelle en Wieze een fusiegemeente vormen. De inwoners wijzen met fierheid naar hun chocoladefabriek Barry Callebaut (Wieze) en peperkoekenfabrikant Vondelmolen (Lebbeke) die beide wereldfaam vergaarden.

Marcel Aelbrecht, Lebbeke en De Rauw-Sablon, Lebbeke waren twee dominante kampioenen die in de jaren negentig en tweeduizend eveneens wereldbekendheid verzamelden in de duivensport. Ook daar hebben ze de laatste jaren wat gas moeten terugnemen met amper nog dertig actieve duivenmelkers en nog twee duivenlokalen.
Maar toch zijn er nog jonge melkers die opstaan en de duivenbanier hoog houden. 
Patrick Van den Abbeel (43) en Ilse Van Paesschen (38) zijn een tandem voor het leven maar ook een succesvol duo in de duivensport. Drie jaar op een rij hadden ze ade beste jonge duif over de 4 nationale grote halve fond wedstrijden KBDB. In 2019 zetten ze de toren op de kerk met de titel van 1e nationale Asduif Grote Halve Fond Jonge Duiven.

De hokken in Lebbeke.Een fantastisch team

Vader Gilbert Van den Abbeel was en is nog steeds een uitstekende Noyonspeler en als peuter was Patrick niet van het hok weg te slaan. Als klein manneke (7-8 jaar) ging hij mee de duiven inkorven en na afloop van de wedstrijd bracht hij de constateurs alleen naar het duivenlokaal. ‘s Avonds ging hij dan in zijn eentje ook de uitslag bekijken. Hij heeft ook samengespeeld met vader maar in 1995 is hij op eigen naam begonnen op een hok bij zijn ouders achter in de tuin. Hij speelde uitsluitend snelheid met duiven van de lokale kampioen Fernand De Proft, Buggenhout. In 1995 ging Patrick rechten studeren in Leuven. Hij werd licentiaat rechten maar tijdens de vijf jaar aan de universiteit was hij slechts in het weekend bij zijn duiven. Vader verzorgde de duiven tijdens de week.
In 2001 leerde Patrick zijn vrouw Ilse kennen. Zij had nog nooit een duif van dichtbij gezien maar langzaam groeide de interesse. Toen er nog snelheid gespeeld werd is zij halftijds gaan werken en nu is ze een even fervente duivenmelker als haar man. In 2016 zijn ze dan ook gestart onder de huidige tandemnaam.
In 2002 werd op de huidige locatie in Lebbeke met duiven begonnen. De basis van de kolonie werd gevormd met duiven van Fernand De Proft, Buggenhout en Damiaan Pissens, Lebbeke. Vanaf het eerste jaar werd er met succes op de snelheid gespeeld. Straffer nog, van 2002 tot 2010 hebben ze het Quiévrainspel gedomineerd. Ze moesten hun duiven over de drie lokalen verdelen anders waren de andere duivenliefhebbers niet tevreden.

In 2011 werd de overstap gemaakt naar Noyon en daar werd in no time met dezelfde dominantie gespeeld. In 2014 werd de grote halve fond aangepakt met dezelfde duiven, aangevuld met duiven van een andere tandem, maar dat werd niet echt een succes. De kentering kwam er eind 2015 toen duiven van Gevaert-Lannoo, Deinze ingebracht werden. Momenteel maken de duiven van Gevaert-Lannoo voor 60 procent de dienst uit bij de tandem Van den Abbeel-Van Paesschen.
Er werden nog zeer succesvol duiven ingebracht van Willy Francois, Serskamp en Bart Van Impe, Schellebelle. Via vriend des huizes Guy Van Holder, Zegelsem kreeg Patrick het soort van Michel Vanlint en Peter Trost op de kooi. Uit deze duiven werden reeds twee nationale asduiven gefokt met ieder jaar ook nog een paar toppers. De moeder van Nafi, 2e Nationale Asduif Grote Halve Fond Jonge duiven 2018, werd in 2014 als jonge duif gehaald bij Domien Van Hoeck, Baasrode. Tenslotte zijn W-J Jacobs en Zoon, Opwijk de leverancier van de moeder van de 1e Nationale Asduif Grote Halve Fond Jonge duiven 2019. Met deze liefhebbers werd intussen een nauwe vriendschapsband opgebouwd en voortaan zullen elk jaar een aantal duiven onderling uitgewisseld worden.

HOOGTEPUNTEN UIT DE CARRIERE
1e Nat. Asduif Grote Halve Fond Jonge Duiven KBDB 2019
1e Beste jonge duif over de 4 nationale Grote Halve Fond vluchten 2019
1e Beste jonge duif over de 4 nationale Grote Halve Fond vluchten 2018
1e Beste jonge duif over de 4 nationale Grote Halve Fond vluchten 2017
1e Prov. Asduif Grote Halve fond Jonge Duiven KBDB 2018
1e Prov. Asduif Grote Halve fond Jonge Duiven KBDB 2017
2e Nat. Asduif Grote Halve fond Jonge Duiven KBDB 2018
2e Prov. Asduif Halve Fond Jonge Duiven KBDB 2019
3e Beste jonge duif over 4e nationale Grote Halve Fond vluchten 2017
3e Prov. Asduif Halve Fond Jonge Duiven KBDB 2019
6e Nat. Asduif Grote Halve Fond Jonge Duiven KBDB 2017
8e Beste jonge duif over de 4 nationale Grote Halve Fond vluchten 2018
9e Beste jonge duif over de 4 nationale Grote Halve Fond vluchten 2018
15e Nat. Asduif Grote Halve Fond Jonge Duiven KBDB 2019
15e Nat. Asduif Grote Halve Fond Jonge Duiven KBDB 2017

Alleen met jonge duiven

Patrick en Ilse komen aan de start van het seizoen met een ploeg van 140 jonge duiven, 4 jaarse duivinnen en 32 koppels kwekers. Op vier jaarse duivinnen na wordt er alleen met jonge duiven gespeeld. Deze duivinnen zitten tussen de jonge duiven en worden verduisterd en gespeeld zoals de jonge duiven.
De kweekduiven worden gekoppeld midden december en brengen twee rondes jongen groot. Van de beste kweekkoppels worden de eieren verlegd zodat men uit de topkoppels 6 jongen heeft.
De ploeg jonge duiven wordt gevormd door 120 jongen van eigen kweek en 20 jonge duiven van dierenarts Raf Herbots. De jongen worden gespeend aan de ouderdom van 26 à 27 dagen en 1e en 2e ronde komen probleemloos samen op hetzelfde hok.
De jongen worden verduisterd vanaf einde maart tot de eerste week van juli van 16 u tot 22 u en worden de volgende morgen wakker met het daglicht. Er wordt bijgelicht vanaf de 3e week van juli tot einde seizoen.
De duiven krijgen zolang ze niet gescheiden zitten elke dag open hok tussen 11 uur en 14 uur in de namiddag. Ze trainen dan wanneer ze er zelf zin in hebben. 
Het opleren van de jonge duiven gebeurt met heel veel zorg. Er wordt begonnen met 1 km, 3 km, 5 km, 7 km, 2x 10 km, 12 km, 2 x 15 km, 3 x 20 km, 2 x 35 km en dan gaan ze de mand in voor Quiévrain. Tijdens het seizoen worden de jongen bij goed weer tweemaal per week gelost in Ninove (20 km). Ilse zet de jongen in de mand en lost ze op 20 km en Patrick roept ze bij aankomst binnen. Eerst komen de doffers los, Patrick telefoneert naar zijn vrouw wanneer deze binnen zijn en dan komen de duivinnen los. Bij thuiskomst zien doffers en duivinnen elkaar niet.

Links het vlieghok van de jonge duiven.De aanloop naar de grote halve fond ziet er uit als volgt. Er wordt gestopt met verduisteren, de week nadien wordt de schuifdeur ingevoerd (midden juli), de week nadien wordt begonnen met het bijlichten en twee weken later is het Bourges II.
Eens gescheiden (midden juli) trainen de duiven nog zeer beperkt tussen de vluchten door. Zondag en donderdag zijn steevast twee rustdagen. Indien de weersomstandigheden het toelaten wordt er twee keer per week naar Ninove gereden, wat maakt dat de vrije trainingen niet meer noodzakelijk zijn. Als het weer het toelaat worden de duiven gemiddeld twee keer per week aan huis uitgelaten. Als ze tijdens deze vrije trainingen 10 minuten wegtrekken is men hier al meer dan tevreden. 
Er wordt niet gezocht naar extra motivatie door het plaatsen van kartonnen dozen. Er zijn twee redenen waarom een duif naar huis moet komen en dat zijn de melker en zijn schabje. Trouwens Patrick heeft een slechte ervaring gehad met het zoeken naar “de” motivatie. Een duivin had nog één uitslag nodig om te scoren in de kampioenschappen. Ze was niet gepaard en er werd van alles gedaan om haar een doffer op te dringen. Ze heeft daarna geen enkele prijs meer gevlogen. 
Er komen 10 nestschotels op het hok en dat is voor de jaarse duivinnen die paren met een jonge doffer en voor enkele koppeltjes die toch gevormd worden. 
Bij de inkorving komen doffers en duivinnen zo’n 3 à 4 u samen. Na aankomst van een wedstrijd blijven ze samen tot de volgende dag (tot zondagmiddag). Dat is behoorlijk lang maar heeft wel het voordeel dat laatkomers ook nog hun partner zien en goed kunnen recupereren. Wie op zondagmiddag niet thuis is komt niet meer op het hok.

De jonge duiven gaan iedere week allemaal de korf in en op dag van de inkorving zijn de hokken leeg. Het wordt Quiévrain, Noyon, Toury en dan de nationale wedstrijden met tussendoor nog provinciale vluchten of Toury. Er worden geen snelheidswedstrijden meer gevlogen. De jongen worden behoorlijk “straf” gevoederd en moeten alle wedstrijden vliegen.
Tijdens de week kunnen de jonge duiven kiezen of ze zich een plaatsje zoeken op het hok of in de volière. Driekwart van de jongen kiest voor de volière en ook het bijlichten gebeurt in de volière.

Binnenzicht van het hok van de jonge duivinnen.Asduif “Remco”

De 1e Nationale Asduif Grote Halve Fond Jonge duiven werd “Remco” B19/4050583 genoemd. Het is een stevige doffer en hij is iets groter dan de middelmaat. Hij heeft lange soepele spieren en een zachte pluim en is goed gesloten. Ik let niet echt op het oog zegt Patrick maar ik heb toch graag een kleine pupil. Hij was niet gepaard en verkoos om dag en nacht in de volière op zijn schabje te zitten. Op het hok was het helemaal geen opvallende duif.
Hij werd 1e nationale asduif met 4e prov. Chateauroux II 5165 d, 4e prov. Chateauroux III 3930 d, 18e nat. zone Argenton 6657 d.

Laatkomers laten recupereren

Het Galaxy-voedersysteem van Beyers en het begeleidingssysteem van Herbovet (Raf Herbots) worden hier gevolgd. Van bij het spenen krijgen de jongen 2 weken kweekmengeling. Daarna wordt er overgeschakeld op ruimengeling tot en met Noyon. Vanaf Toury wordt het “Sport Light”.
Voor de nationale vluchten wordt volgend schema gevolgd. Zaterdag bij aankomst van een wedstrijd tot dinsdagavond vinden ze “Sport Light” in het voederbakje. Tot zondagmiddag is er “Recovery” in het drinken zodat de laatkomers ook nog mee kunnen recupereren. Op woensdag en donderdag wordt er “Sport Energy” gevoederd. Op donderdagavond wordt er volle bak “Sport Energy” gevoederd en krijgen de duiven ook volop pinda’s. Op zondag en maandag wordt er rode bietensap in het drinken verstrekt. Op dinsdag en woensdag wordt het dan Olie en “Pigeon Elite” (boterzuur) over het voeder. Op woensdag en donderdag gaat er “Herbosol” in het drinken.

Zuiver van tricho

De duiven worden in mei zuiver gezet van trichomonas via het drinkwater. Daarna krijgen ze wekelijks een “gele druppel” in de bek.
Tegen luchtweginfecties wordt een behandeling zo lang mogelijk uitgesteld. Afgelopen seizoen werd er 2x 3 dagen behandeld met “Ornimix”. Oogdruppels worden niet gebruikt.
Om de twee weken gaat men tijdens het seizoen (juni + juli + augustus) op controle bij dierenarts Raf Herbots. Zijn advies wordt gevolgd.

De jongen veel inenten 

Patrick Van den Abbeel: “Er wordt zoveel mogelijk ingeënt. Bij het spenen worden de jongen ingeënt tegen paramyxo. Twee weken later volgt een inenting tegen paramyxo/herpes. Nog eens drie à vier weken later volgt een inenting paramyxo/pokken. Nog een maand later volgt een inenting tegen paratyfus. In april is alles achter de rug en in mei begint de training. Ik ben ervan overtuigd dat ze van iedere inenting sterker worden omdat ze na elke inenting weerstand opbouwen.
Tegen coli/adeno moet ik heel weinig doen. Vorig jaar heb ik een kleine opflakkering gekend en dat is vanzelf weggegaan. Bij de eerste symptomen van de jonge duivenziekte krijgen ze 1 à 2 dagen geen eten en daarna krijgen ze een paar dagen een lichte mengeling (Vandenabeele) en elektrolyten in het drinken. Vooral die 1 à 2 dagen geen eten is van groot belang om de plaag snel te stoppen. Maar veel verse grit en mineralen worden wel verstrekt. Bij een serieuze besmetting zou ik niet aarzelen om een antibioticakuur te geven. Een handleiding is er niet voor maar iedereen zal het best zien op eigen hok. Ik zal zeker niet adviseren om alles op zijn beloop te laten.”            

De hokken in Lebbeke.Goed geventileerde hokken

De jonge duiven worden gespeeld op een tuinhok van 4 m dat onderverdeeld is in een afdeling voor doffers en een voor duivinnen. Voor het hok is een ruime volière gebouwd die gedeeltelijk afgeschermd is met windbreekgaas. De bodem van de volière bestaat uit houten roosters. De jongen kunnen dag en nacht in de volière. Ze kunnen ook in het hok overnachten. maar het merendeel van de jongen verkiest de volière. 
De zuurstof stroomt via de volière het hok binnen en via een afzuiginstallatie (ventilator) in de nok van het dak wordt de verbruikte lucht afgevoerd.

Strenge selectie op het kweekhok

De kwekers worden half december gekoppeld. De kweekparen worden regelmatig herkoppeld met uitzondering van degene die asduiven op de wereld zetten. Normaal wordt er niet aan familiekweek gedaan. Alleen in het najaar kan dat gebeuren bij wijze van experiment. Op het kweekhok worden de zaken ook zo simpel mogelijk gehouden. Duiven die na twee jaar geen bruikbare jongen gaven moeten weg. Het zijn vooral prestatieduiven die naar het kweekhok gaan. De kweekduiven worden behandeld tegen paratyfus en daarna ingeënt. 
Een topkoppel is hier ongetwijfeld “Julius” B17/4125666 x “Cleopatra” B16/2148573. Zij werden de ouders van:

  • “Remco” B19/4050583 met 1e Chateauroux III 644 d/4e prov. 5165 d, 4e prov. Chateauroux III 3930 d, 18e nat. zone Argenton 6657 d/ 70e nat. 23258 d. Hij werd 1e nat. Asduif Grote Halve Fond Jonge duiven.
  • “Jolien” B18/4002185 met in 2019 1e B.U. Fay-aux-Loges 387 d, 1e Chevrainvilliers 207 d, 1e Chevrainvilliers 135 d, 1e Chateauroux 104 d/ 2e prov. 1107 d, 1e Argenton 97 d/16e nat. 5158 d, 4e Bourges 160 d, 17e prov. Chateauroux IV 374 d, 22e prov. Vierzon 1055 d en in 2018 met 43e prov. Argenton 3446 d, 114 prov. Chateauroux III 3206 d, 156e prov. Chateauroux IV 2574 d.
  • “Brother Remco” B19/4050584 met 6e Chevrainvilliers 986 d, 31e Toury 673 d, 39e Noyon verbond 3373 d, 57e prov. Chateauroux 3930 d, 434e prov. Argenton 6657 d.

Patrick: “Op het kweekhok wordt gepoogd om duiven van hetzelfde type met elkaar te koppelen. Indien niet mogelijk wordt er aan compensatiekoppeling gedaan. Een drietal weken op voorhand gaan hier de lichten aan op het kweekhok. De stam van onze kolonie wordt gevormd met de duiven van Gevaert-Lannoo. En zowel Ilse als ik zijn gedreven duivenmelkers met behoorlijk wat prestatiedrang. Een nationale overwinning is voor ons een ultieme droom.”

Enkele knappe prestatieduiven.

  • “Juliana” B19/4050573 met 2e Blois 457 d, 4e prov. Orleans 6154 d, 8e Noyon verbond 4404 d, 13e Chevrainvilliers 724 d, 16e Ecouen 811 d, 24e prov. Chateauroux IV 3930 d, 45e Noyon verbond 3373 d. Was 2e prov. asduif halve fond KBDB.
  • “Sagan” B17/4122122 met 8e prov. Bourges 7395 d, 85e nat. Chateauroux IV 12150 d, 121e prov. Argenton 4802 d, 376e nat. Chateauroux III 18499 d, 1e Noyon 573 d, 271e prov. Orléans 5703 d, 15e Toury 241 d, 25e Toury 640 d, 29e Toury 267 d. Was de beste jonge duif over de 4 nationale grote halve fond vluchten KBDB in 2017 en 15e Nat. Asduif Grote Halve Fond KBDB. 
  • “Greg” B17/4122138 met 9e prov. Argenton 4802 d, 62e prov. Bourges 7395 d, 145e nat. Chateauroux III 18499 d, 842e nat. Chateauroux IV 12150 d, 3e Noyon 557 d, 16e Toury 267 d, 45e Toury 640 d. Was 3e beste jonge duif over de 4 nationale grote halve fond vluchten KBDB 2017 en 6e Nat. Asduif Grote Halve Fond KBDB.
  • “Matthieu” B18/4002211 met 13e nat. Argenton 16496 d, 26e prov. Bourges 4900 d, 99e prov. Chateauroux 3206 d, 144e prov. Chateauroux 2574 d, 14e Toury 317 d, 64e Chevrainvilliers verbond 2298 d. Was 8e beste jonge duif over de 4 nationale grote halve fond vluchten KBDB. 

 

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.