KEVIN & WIM SMITS - 1e Nationale Asduif grote halve fond jonge duiven 2024

Liefhebber: 

Vandaag hebben we het onszelf gemakkelijk gemaakt, we zijn in de eigen regio gebleven voor dit interview. Hier in Berlaar, aan de oevers van de Grote Nete en in de schaduw van de Lierse Zimmertoren, werd de duivensport dan misschien niet geboren, ze werd er wel groot. Ooit waren hier meer duivenhokken dan verlichtingspalen (nu zijn er meer flitscamera’s dan duivenhokken), de streek werd bevolkt met duivenmelkersdynastieën als Lambrechts, Maris, Van den Brande en Smits en de concurrentie was bikkelhard. De rivaliteit tussen Balder en die van de Heikant was legendarisch en dreef allen naar ongekende hoogtes.

ZO WONNEN ZIJ DE 1e NATIONALE ASDUIF
10/8 Bourges 26.549 d. 60
18/8 Vierzon 2755 d. 3
14/9 Châteauroux 2567 d. 5

Naar aanleiding van hun 1e Nat. Asduif grote halve fond jonge duiven zijn we vandaag in Berlaar om het verhaal van de familie Smits vast te leggen, een vader en zoon uit een van die beruchte duivenclans. Kris (62), Wim (61) en Filip (48) kregen de microbe van vader Jos overgeërfd. Voetbal en duiven was alles wat er toen was en ook Kris stampte even graag tegen een bal als dat hij op duiven stond te letten.
Kinderen worden groot en krijgen zelf kinderen. De zoon van Kris, Kevin (38), bleek al gauw ook zeer besmet te zijn met het duivenvirus. In 2002 diende hij voor het eerst een eigen hoklijst in; tot de dag van vandaag speelt hij in de tuin van het ouderlijk huis waar hij speelt onder de naam Kevin & Wim Smits. Naast hen woont Filip en even verderop Wim.
In 1998 werd de buurt echter getroffen door een flinke overstroming en ook het duivenhok van Wim moest eraan geloven. Even dacht Wim eraan zijn klak definitief aan de wilgen te hangen. Zijn broers en neef konden hem echter overtuigen de duivensport niet volledig los te laten, bovendien kruipt duivenbloed waar het niet gaan kan en er werd besloten de handen in mekaar te slaan. Sindsdien wordt er dan in de tuin van Filip gespeeld onder de naam Filip & Kris Smits en ook het gezamenlijke kweekhok staat bij Filip in de tuin.
Twee hokken dus in twee tuinen. In de praktijk loopt alles wat door mekaar. Wij spraken voor dit interview Kris en zijn zoon Kevin, de jongste maar misschien wel fanatiekste van de hele bende.
In 2004 won de toen nog piepjonge Kevin voor het eerst 1e Prov. Orléans (toen nog tegen meer dan 17.000 d.) en succes smaakt natuurlijk naar meer. Toch was Kevin niet alleen gefascineerd door het sportieve aspect van het duivenspel, ook het sociale stuk van de sport vond hij belangrijk en plezant. Vanaf zijn 8e hielp hij mee duiven aanpakken in Balder dorp tot de bond in 2019 ophield te bestaan. Eind jaren ’90 is hij hier ook in Bevel mee begonnen en meer dan 25 jaar heeft hij dit met veel plezier gedaan.
Toen echter beslist werd om de duiven voor de hafo samen in te korven met die van de fond op donderdag moest hij hier na 25 jaar trouwe dienst mee stoppen. Om den brode werkt Kevin als boekhouder op een accountantskantoor en dat viel niet langer te combineren met duiven aanpakken op donderdag. 
Kevin: “Spijtig dat ze het op die manier voor de werkende mens moeilijk maken om iets voor de vereniging te doen. Er zijn steeds minder liefhebbers en daarom ook steeds minder vrijwilligers te vinden. Zonder iemand met de vinger te willen wijzen zou men er beter werk van maken om te zorgen dat de moderne duivensport net gemakkelijker te combineren valt met een job en/of een gezin.”
Elk nadeel heeft echter zijn voordeel. Een Cruijffisme dat nog meermaals de revue zal passeren omdat het nu eenmaal een waarheid is als een koe. 
Door het wegvallen van deze tijdrovende activiteit in het duivenlokaal heeft Kevin nu wat meer tijd om de duiven op een rustige manier in te manden en wat extra te motiveren. Iets wat naar eigen zeggen toch merkbaar is aan de resultaten.

De hokken van de familie Smits in Berlaar.Van vitesse tot 1e Nationale Asduif 

Oorspronkelijk speelden de Smitsen hoofzakelijk vitesse en uitzonderlijk eens halve fond. Hier horen we echter hetzelfde verhaal dat we op veel plaatsen horen. De veranderende sport doet steeds meer melkers steeds vaker kiezen voor de grotere afstanden. Het aantal duiven op de vitesse wordt steeds minder, lokalen verdwijnen... 
Bovendien menen ze meer winstkansen te hebben op de GHF omdat ligging daar iets minder van belang is dan op de KHF. De duiven komen vaak ook frisser thuis dan die van de halve fond en commercieel zijn die vluchten ook interessanter. Redenen genoeg dus voor Kevin om zijn vizier steeds meer op de grote hafo te richten. 
Vroeger gaven ze steevast maar een paar duiven mee op die vluchten, vorig seizoen werd toch alles meegegeven. Het was onder andere Roger Thys die zei, als je er wil komen op die vluchten dan moet je alles meegeven. Zo geschiedde dus, en gelukkig maar, want zo kwam ook de 1e Nat. Asduif “Nationaaltje” (B24-6096152) naar boven.

De jongen begonnen redelijk op de vitesse en goed op de hafo. Op Fay-aux-Loges hadden ze er 21 mee, hun eerste twee kwamen samen en waren vroeg. Eén van die twee werd hun eerste getekende op Bourges, het was echter de andere van de twee die hun eerste duif werd op de 60e plaats nationaal tegen 26.549 d. Deze duif ging dan weer mee naar Vierzon en daar won ze de 3e tegen 2755 d. in zone B2.
Na een rare derde nationale vlucht uit Argenton, waar het Nationaaltje een prijsje vloog, werd diezelfde zaterdagavond door Kevin beslist het Nationaaltje op nest te brengen (tegelijk werd de helft van de andere jonge duivinnen geliquideerd in functie ook van “de Ronde”). Daarna kwam Nationaaltje op nest waardoor ze de tweede Argenton moest overslaan. Dan vloog ze Noyon en een Quiévrain op woensdag één dag voor inkorving van Chateauroux. Bij inkorving van Chateauroux merkte Kevin dat ze heel “hevig” stond om haar nest te verdedigen en werd beslist haar toch maar mee te geven. Vroeger zouden ze dit risico zeker niet genomen hebben maar de goede raad indachtig werd ze toch meegegeven. Ze werd 5e van 2567 d. in Zone B3 en won zo met een totaal coëfficiënt van 0,5297 de felbegeerde nationale asduiftitel grote halve fond, toch een van de allermooiste titels die je als duivenmelker kan binnenhalen. 

HOOGTEPUNTEN UIT DE CARRIERE
1e en 2e Provinciaal Kampioen fond jonge duiven 2018 : Kevin & Wim 1e en Filip & Kris 2e
2e beste jonge duif Pipa over alle 4 nationale vluchten 2018
1e Provinciaal Orléans 2004 van 17.057 jonge duiven
3e Nationaal Bourges 2015
6e Nationaal Chateauroux 2018
8e Nationaal Issoudun 2015

De soort Smits

Geregeld wordt er een duif bijgehaald bij een sterk spelende liefhebber uit de streek. “Bij eerlijke liefhebbers waar de goede zitten versterking halen heeft volgens ons het meeste kans op slagen. Zo worden er jaarlijks een paar gerichte transfers gedaan. Recent nog van Wim De Troy en Jules & Yves Engels.”
In 2000 bekwamen ze een rode duiver van Marcel Truyers (Heusden-Zolder). Die rode werd vader van de 1e provinciale Orléans 2004. Uit die Orléans duivin kweekten ze de rode duiver 636/13. De vader van 636/13 was een duiver gekweekt uit een rechtstreekse Van de Wouwer duif. Ze koppelden de 636/13 ook tegen een rechtstreekse Van de Wouwer-duivin, dat koppel kweekte vele goede duiven onder andere de 1e prov. Bourges 2015 en 2e beste jonge duif op de nationale vluchten in 2018. 
De duiven van Gaston Van de Wouwer lopen dus als een rode draad doorheen hun kolonie (ook onrechtstreeks zoals de vader van de Nat. asduif, gehaald bij Lars Henriksen). De moeder van de nationale asduif 2024 komt van Stefaan Lambrechts, en de Smitsen waren eerder ook succesvol met een duiver van 2011 van Stefaan.

De hokken van de familie Smits in Berlaar.Het systeem Smits

Zoals eerder al gezegd, de kweek van de familie Smits gebeurt gemeenschappelijk en het kweekhok staat in de tuin bij Filip. Na Sinterklaas wordt er gekoppeld en er worden drie rondes jongen gekweekt uit een 30-tal kweekkoppels. De duivinnen uit de eerste ronde en de volledige tweede ronde gaan naar Kevin, Filip speelt met jonge weduwnaars, de derde ronde wordt opgeleerd in functie van het volgende jaar.

De oude vliegduiven waar mee gespeeld wordt op de hokken van Filip moeten eerst overgewend worden. Omdat ze dan de eerste dagen veel te lang gewoon buiten blijven zitten wordt er niet te vroeg begonnen met ze buiten te laten, dit is dan immers veel te gevaarlijk met de vele roofvogels in de buurt.
Eind februari, begin maart komen ze een 1e keer los en einde maart (ze moeten minstens drie weken uitvliegen) wordt er dan met de oude 3 keer tot Vilvoorde (25 km) gereden, met de jongen is dit een 10-12 keer, ook nooit verder dan Vilvoorde. Dit moet voldoende zijn en ook tijdens het seizoen wordt er nooit gereden. Ooit gebeurde dit wel, maar onder andere Gaston (Van de Wouwer) zei hen altijd dat dit niet nodig is en zelf vind Kevin trainen aan huis zeker zo belangrijk.
Thuis trainen ze allemaal eenmaal daags. De jongen van de eerste ronde laat Kris in de voormiddag los, die van de tweede ploeg in de namiddag. De weduwnaars laat Filip ’s avonds buiten, Kevin lost en soigneert de oude duivinnen die rond 18.30u aan de beurt zijn. Deze laatste worden steeds gelost met de jongen van de 3e ronde, dit om ze beter aan het vliegen te houden.
Weer een nadeel dat een voordeel met zich meebrengt. In het voorjaar schrokken de duiven zich een hoedje toen een krombek meermaals tussen hen in dook en onverbiddelijk toesloeg terwijl ze rustig wat rond het hok zaten. Sindsdien zat de schrik er goed in en trainden ze als nooit tevoren, dankzij die roofvogel dus, al hopen ze wel dat er iets wordt gedaan aan de roofvogelproblematiek die voor sommige liefhebbers een echte hel is. Die Cruijff had volgens ons ook verstand van duiven.
Naargelang de weersomstandigheden eind mei of begin juni vliegen de jongen van de eerste ronde dan hun eerste Quiévrain. Drie Quiévrains, twee Noyons en dan Melun bij voorkeur bij frisse temperaturen. Vanaf ze halve fond vliegen worden de jonge duiven gekoppeld aan oude partners. Zo vliegen ze normaal de rest van het seizoen op weduwschap (niet in 2024 dus). 

De jongen van de tweede ronde worden op nest gespeeld. In augustus als ze met jongen liggen kunnen ze ook meegegeven worden op een nationale of provinciale vlucht, maar meestal worden ze op Noyon en op de halve fond gespeeld. Dit ook in functie van de speelduiven voor het volgende seizoen.
In 2024 korfden ze voor Bourges 25 jongen in van het hok van Kevin en 15 van het hok van Filip. Voor de volgende jaren hopen ze de nationale vluchten te kunnen aanvangen met een 50-tal jongen. Alle jongen worden verduisterd en bijgelicht vanaf begin juli. Eens half juli worden er koppeltjes gevormd bij de tweede ronde en zo kunnen deze in augustus op nest gespeeld worden, in september /oktober worden ze dan verder gespeeld op de tweede nest op de Ronde van België-vluchten.
De oude vliegers (duivers en duivinnen) worden dus drie keer gelapt, vervolgens vliegen ze twee Quiévrains en twee Noyons. Begin mei vliegen ze Melun. Daarna vliegen ze enkel nog halve of kleine fond vluchten. Ze gaan zeker niet elke week mee gelet op de twee nachten mand. Er wordt dus regelmatig een week rust gegeven. 
Voor 2025 zitten er 21 weduwnaars en 10 duivinnen. In 2024 hadden ze 18 weduwnaars en 8 duivinnen. Kevin liet die duivinnen los op een vrijdag. Eentje keerde niet terug en één met 2 gebroken poten. De 6 duivinnen die overbleven, vlogen Bourges, keerden allen terug maar van Argenton keerden er maar twee weer, de rest ging verloren. Dan maar twee duivinnen op één hok stoppen zou je denken en vroeger zou hij dat ook gedaan hebben. Nu besloot hij ze op te sluiten in hun woonbak en hij liet ze vliegen met de derde ronde. Er was bij die twee duivinnen 1 echt goede, Miss Argenton. Ze vloog twee keer bij de 100 eerste nationaal van Argenton, vloog vroeg op Poitiers en zorgde ervoor dat ze enkele weken aan de leiding stonden van de Pipa Ranking Jaarse. Nogmaals een mooi bewijs dat je het in de duivensport niet te snel mag opgeven.
De oude/jaarse duiven worden, net als de jongen van de 1e ronde, gespeeld op klassiek weduwschap. Voor de vlucht krijgen ze hun partner kort te zien. Bij thuiskomst mogen de weduwnaars een 2-3 uur bij hun partner blijven, de duivinnen blijven van de zwaardere vluchten tot ’s anderendaags bij hun partner. Behalve wanneer ze samen blijven natuurlijk worden ze pas gevoerd nadat ze uit mekaar zijn.

HOOGTEPUNTEN 2024
2e RvB Damme 22/9 Eendracht Schilde (535 ou+jo)
1e-7e RvB Damme 22/9 Nielse Vereniging (340 ou+jo)
7e RvB Verviers 21/9 Berlaar Heikant (919 ou+jo) 
5e Zone Chateauroux 14/9 (2567 jo) 
8e Nat. Argenton 8/9 (9401 jo)
1e-6e Noyon 8/9 Diamantverbond (204 jo)
1e Noyon 8/9 Duivenbond Bevel (16 jo)
4e Quievrain 8/9 Diamantverbond (245 jo)
1e Noyon 25/8 Diamantverbond (457 jo) 
9e Quievrain 25/8 Duivenbond Bevel (426 jo)
3e Zone Vierzon 2024 (18/8) Zone B2 (2755 jo)
4e Sermaises 18/8 Union Antwerpen (1628 jo)
2e Noyon 18/8 Diamantverbond (445 jo) 
7e Noyon 11/8 Diamantverbond (386 jo)
5e Pont 10/8 Union Antwerpen (2822 jo)
5e Noyon 4/8 Duivenbond Bevel (425 jo) 
2e Noyon 28/7 Duivenbond Bevel (712 jo)
1e Quievrain 7/7 Duivenbond Bevel (24 ou+ja) 
5e Limoges II 5/7 Fond Bevel (80 ja) 
3e Noyon 23/6 Diamantverbond (1410 jo) 
3e-8e Quievrain 16/6 Duivenbond Bevel (649 jo)

Ronde van België

Begin september van elk jaar, wanneer de bladeren beginnen te overwegen van de bomen te vallen en de kinderen dolenthousiast weer de schoolbanken opzoeken, gaan de beste jonge duiven en dus de speelduiven voor het volgende jaar van de vlieghokken. De overige jonge duiven worden dan verder gespeeld op “De Ronde”, samen met de ploeg oude duiven voor de Ronde. De oude Ronde duiven komen niet buiten van de laatste vlucht in oktober tot half augustus. Het zijn duiven die speciaal worden aangehouden om op de Ronde te vliegen. Ze worden aan huis tien keer losgelaten, worden dan twee keer in Mechelen of Vilvoorde een voor een gelapt en vliegen dan van einde augustus tot half september drie tot vijf Quiévrains en vliegen aansluitend de Ronde.
Mogelijk heeft de nationale asduif hier haar extra motivatie gehaald omdat ze met eieren lag op een hok vol nieuwe “Rondeduiven” waardoor ze uiterst waakzaam moest zijn om haar territorium te verdedigen. Allicht zijn dat de verdiensten van een goede duif waar je omzeggens alles mee kan doen.

Wij vroegen Kevin vanwaar zijn voorliefde om de Ronde te spelen.
Kevin: “Neem bijvoorbeeld de ronde in Berlaar-Heikant. Om 22 uur wordt daar de vlucht getrokken waar de duiven de volgende dag gelost worden. Een vol café om 22 uur waar willekeurige liefhebbers een plastieken eitje kiezen met daar een papiertje in met de lossingsplaats. Als er zes eitjes zijn mogen vijf liefhebbers er een pakken en worden de duiven gelost op de lossingsplaats in het laatste eitje. Om maar te zeggen dat de sfeer anders, veel beter is dan gewoon tijdens het seizoen. Die avonden doen nog denken aan de goede oude tijd met veel volk in een lokaal, veel plezier en ambiance. Er wordt ook nog veel gepould op de Ronde wat de uitslag, het spel, sowieso interessanter maakt. De duiven zitten in de mand alvorens de vlucht bekend is. Ligging en kansen worden dus pas een thema om 22 uur als de vlucht getrokken is. Daar waar bij een gewone Bourges of zelfs Quiévrain er drie dagen voor de vlucht al over wind en ligging wordt gesproken. Ik vind die vluchten pure propaganda voor de duivensport.”

Voeding en bijproducten

Bij thuiskomst na elke vlucht krijgen ze BS en Belgasol in het drinken. Bij warm weer wordt op de inkorfdag ook Belgasol gegeven en look is heel het jaar in het drinkwater. Probiotica wordt regelmatig gegeven.
Bij thuiskomst van een hafo- of fondvlucht krijgen de duiven een vluchtmengeling voorgeschoteld. Maandag lichte kost en vanaf dinsdag wordt er terug opgevoederd richting donderdag. Bij Smits geven ze de standaardmengelingen (Vanrobaeys-Aïdi) met de laatste dag wat extra maïs en pinda’s. 
De jonge duiven krijgen tot 14 dagen na het spenen 100% kweek, nadien wordt overgeschakeld op half rui en half dieetmengeling. Dit wordt zo aangehouden tot en met de Noyonvluchten. Vanaf de hafovluchten hanteren ze hetzelfde voedersysteem als met de oude vliegduiven.

De hokken van de familie Smits in Berlaar.Medisch plaatje

Eind oktober gaan ze langs bij dr. Bernard Cottenie (Ranst), standaard worden dan alle duiven gekuurd tegen tricho en paratyfus. Enkel wanneer er nog een ander probleem is wordt daar dan op dat moment ook tegen gekuurd. Dit alles gebeurt ruim voor de kweek zodat de duiven zeker gezond zijn eens de kweek aangevangen wordt.
De jonge duiven worden na het spenen gekuurd voor tricho. Ze worden ook drie keer ingeënt tegen paramyxo, twee keer voor rota en voor pokken. Sinds ze dit doen hebben ze ook veel minder of quasi geen last meer van adeno/coli.
Voor het seizoen wordt er dan nog eens langsgegaan bij Cottenie, in maart met de oude duiven en in mei met de jongen. Indien er dan iets blijkt te schelen wordt er voor het seizoen nog eens gekuurd. tijdens het seizoen wordt er maandelijks op controle gegaan, of wanneer er iets scheelt natuurlijk (bv. bij een uitbraak van one eye cold). In het speelseizoen wordt er ENKEL op advies van de dierenarts medicatie gegeven, blind kuren wordt tijdens het seizoen nooit gedaan.
Het geheim van Kevin, Wim, Kris en Filip zit hem niet in een potje of flesje. Er is geen grote truc die hun succes verklaart. Het recept van hun succes is nochtans eenvoudig, een fond van decennia en generaties ervaring met duiven, op smaak gebracht met veel tomeloze inzet, gekruid met het oog van een echte melker en afgewerkt met een saus van passie voor duiven.
Een ogenschijnlijk eenvoudig recept dat leidt naar succes. Eenvoudige gerechten zijn echter de moeilijkste om perfect te bereiden, dat weet iedere chef-kok. De familie Smits telt echter meerdere sterrenchefs.

Wij vroegen Kevin en Kris wat ze graag zien aan een duif. Een goed gesloten duif met sterke rug, dik gepluimd, en felle levendige ogen. Allemaal niets bijzonders, zo ziet iedereen ze wel graag. Ze willen ook enkel maar duiven die kop kunnen vliegen in de vliegploeg, maar ook dit is niets nieuws wat we u meedelen.
Waar zit hem dan wel het geheim naar succes volgens de heren? Jezelf niet voorliegen, streng zijn voor jezelf en voor je duiven (leren uit eigen ervaringen). Teveel medicatie, niet streng genoeg zijn in selectie en beoordeling, oorzaken elders zoeken, allemaal manieren om jezelf te bedriegen en bijgevolg geen vooruitgang te boeken in de duivensport.
Wat volgens Kevin vooral belangrijk is, is dat je tussen de duiven bent als je ze inkorft. Zo kan je ze observeren en gebeurt de motivatie gewoon vanzelf door een ingeving die je krijgt als je ziet hoe de ene duif op de andere reageert of de ene op de andere duif jaloers is (twee duivinnen laten paren met één duiver, een duif op nest een halve dag in de mand zetten, een duif van partner verwisselen). Het oog van de meester, dat is het geheim.
Graag wil Kevin ons gesprek afsluiten met een persoonlijke boodschap: “Ik hoop dat in de toekomst de inspanningen van het huidige KBDB-bestuur worden verdergezet en de duivensport verder automatiseert, maar vooral nog eerlijker wordt, voor zoveel mogelijk liefhebbers door bijvoorbeeld in ALLE provincies provinciale overkoepelingen te maken op zowel vitesse als halve fond.”

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.