Het Ei van Columbus - DE OLYMPISCHE GEDACHTE

Onderwerp: 

Misschien hebt u dat ook gelezen dat spurtbom Jasper Philipsen een nogal expliciete eis stelde om mee te gaan naar de Olympische Spelen. Letterlijk zegde hij: “Dan moet er wel een plan zijn waar ik effectief voor de zege mag rijden. Ik wil er niet bij zijn om eens te koersen op de Olympische Spelen. Er moet een bepaalde ambitie zijn. Winnen vind ik belangrijker dan deelnemen, haha.” Die “haha” is natuurlijk veelzeggend omdat ook Philipsen net als u weet dat de alom bekende Olympische gedachte net omgekeerd luidt: “Deelnemen is belangrijker dan overwinnen…” Het zette mij aan het denken of die zogenaamde Olympische gedachte wel strookt met wat er leeft bij sportlui en bij uitbreiding bij duivenliefhebbers. Maar eerst een beetje geschiedenis.

Pierre de Frédy, baron de Coubertin (1863-1937).
Pierre de Frédy, baron de Coubertin (1863-1937). Aan hem wordt de zogenaamde Olympische gedachte “Deelnemen is belangrijker dan overwinnen” toegeschreven. Dat is echter twee keer fout: het citaat is te zeer vereenvoudigd en vervormd en het is bovendien niet van hem.

Pierre de Coubertin

Die alom bekende en vaak geciteerde Olympische gedachte wordt traditioneel toegeschreven aan baron Pierre de Coubertin, voluit Pierre de Frédy, baron de Coubertin (1863-1937). Deze baron was van vorming historicus en pedagoog en vanuit zijn kennis van de klassieke oudheid vatte hij het plan op om de ter ziele gegane Griekse Olympische Spelen nieuw leven in te blazen. Helemaal nieuw was zijn opzet niet, want er bestonden al een soort kleinschalige Olympische Spelen ingericht door een zekere Wenlock Olympian Society die jaarlijks een sportmeeting organiseerde. De Coubertin zag het groter en organiseerde in 1896 de eerste volwaardige Olympische Spelen in – niet toevallig – Athene, met de bedoeling deze verder om de 4 jaar te organiseren in diverse wereldsteden zoals Londen, Parijs, Amsterdam, Berlijn, Helsinki, Tokio… en zelfs Antwerpen. Om redenen die geen uitleg behoeven werden geen OS georganiseerd in 1916, 1940 en 1944. Ondertussen is er al veel gebeurd met de formule, de omvang en de organisatie van de Spelen. Er kwam later (congres 1921) een opsplitsing tussen Zomerspelen en Winterspelen, nieuwe disciplines werden toegevoegd enz. en sinds 1948 zijn er ook de Paralympische spelen.

IOC

De organisatie van de Spelen is in handen van het Internationaal Olympisch Comité. Bij de eerste Spelen in 1896 waren er 14 deelnemende landen. Ondertussen zijn dat er meer dan 200. Ook het aantal deelnemende sporters is toegenomen van de oorspronkelijke 241 tot ondertussen meer dan 10.000 deelnemers. 
De Coubertin was zelf de tweede voorzitter van het Olympische Comité. En er is een grappige anekdote in dat verband. Onder zijn impuls werd in 1912 literatuur toegevoegd als Olympische discipline. Ja, u leest het goed: literatuur! Ik weet niet hoeveel deelnemers er waren, maar feit is dat Pierre de Coubertin zelf met glans de gouden medaille won in de letterkundige discipline… Deze absurde situatie werd natuurlijk rechtgezet en literatuur verdween snel en definitief van de tabellen van de OS. Maar we gingen het hebben over de Olympische gedachte…

Dubbel misverstand

De traditie wat betreft die Olympische gedacht is evenwel tweemaal fout: de uitspraak zelf kwam niet van Pierre de Coubertin en ze luidde bovendien nogal anders. De juiste toedracht is dat Pierre de Coubertin ter gelegenheid van de Spelen van 1928 een uitspraak citeerde van de bisschop van Pennsylvania en die was iets genuanceerder dan wat we vandaag gemeenlijk kennen. De bisschop zei: “Het belangrijke in het leven is niet de triomf, maar de strijd, het essentiële is niet om te hebben gewonnen maar om goed te hebben gestreden.” Het is mij niet bekend hoe en door wie dit citaat versimpeld werd tot het nu populaire “deelnemen is belangrijker dan overwinnen”. Vooraleer we daar verder over doorbomen toch nog een beetje geschiedenis.

Overblijfselen van het gymnasion in Olympia.
Overblijfselen van het gymnasion in Olympia.

De antieke spelen

De Olympische Spelen danken hun naam aan het Griekse stadje Olympia (aan de westkust van de Peloponnesos). Dat stadje dankte op zijn beurt de naam aan een grote tempel ter ere van Zeus Olympios, Zeus van de Olympus. De Olympus is de hoogste berg van Griekenland en is in de Griekse mythologie bekend als het “Huis der goden”, de woonplaats van onder andere de oppergod Zeus.
Maar vanwaar dan die Olympische Spelen? Het zal u niet onbekend zijn dat de oude Grieken wel vaker een oorlogje gingen uitvechten. Was het niet onderling, dan was het tegen bijvoorbeeld de Perzen. Ze gingen zelfs tot in het verre Troje een robbertje vechten. Het hoofdberoep van de meeste weerbare mannen was dan ook soldaat zijn. Maar omdat je niet altijd in oorlog kan zijn en de conditie toch op peil moest blijven, werden overal te lande – in vredestijd – op regelmatige basis sportwedstrijden gehouden. In die sportwedstrijden werden de gangbare disciplines zoals lopen, speerwerpen, discuswerpen, verspringen en worstelen “kampen” genoemd. Dergelijke kamp of strijd om de beste te zijn heette “athlon” in het Grieks. Dan begrijp je meteen waar bijvoorbeeld pentathlon voor staat: penta (vijf) en athlon (kamp). Hetzelfde natuurlijk voor tri(3), hepta (7) en deka(10). De kampers zelf noemen we ook vandaag nog atleten.
De oude Griekse spelen hadden plaats in een stadion, meestal vlakbij een heiligdom. Het stadion in Olympia bijvoorbeeld bood plaats aan 40.000 toeschouwers, dus belangstelling was er genoeg voor de uitsluitend mannelijke atleten. Een pittig detail: de atleten beoefenden hun sport en wedstrijden meestal naakt. En als ik vertel dat naakt in het oud Grieks “gymnos” is, dan weet u ineens vanwaar de woorden gymnast, gymnastiek en zelfs gymnasium vandaan komen. Een gymnasium was toen dus niet een plaats waar je Latijn en Grieks leerde, maar een plaats om “naakt” te gaan sporten… en waar vrouwen niet welkom waren.

De naakte atleten staan vaak afgebeeld op Griekse antieke vazen en amforen.
De naakte atleten staan vaak afgebeeld op Griekse antieke vazen en amforen.

Marathon

Niet enkel de Olympische Spelen danken hun naam aan een oude Griekse stad; dat geldt immers ook voor de marathon. Deze langeafstandsloop werd reeds in 1896 ingevoerd in de moderne spelen. De naam verwijst naar een legende rond een veldslag van de Grieken tegen de Perzen nabij de stad Marathon. De geschiedenis wil dat een Griekse soldaat na de overwinning van zijn volk tegen de Perzen in één ruk van Marathon naar Athene liep om het goede nieuws van de overwinning te melden. De legende vertelt verder dat de soldaat nog net genoeg adem had om te zeggen “Gegroet, we hebben gewonnen” en dan dood ter aarde neerzeeg. Nu denkt u wellicht dat de afstand van Marathon naar Athene 42,195 km was, maar dat is niet zo. De soldaat - misschien wel in volle wapenuitrusting - liep “slechts” ongeveer 35 km. En die 42 km dan? Dat was een wens van de Engelse koning die wilde dat de afstandsloop in de Londense spelen aan Windsor Castle zou vertrekken en eindigen vlak voor de tribunes in West-Londen waar het koninklijk gezelschap plaats zou nemen… Tja… En die afstand werd uitgemeten op 26 mijl en 385 yards, omgerekend 42,125 km. Daarna werd dat tot op vandaag de officiële afstand.

Geen medailles

De Griekse kampers streden niet voor medailles: goud, zilver en brons zijn moderne uitvindingen. Zij streden vooral voor de eer: winnaars van de spelen werden in hun geboorteplaats overladen met onsterfelijke roem. Wat de winnaars wel kregen, was een lauwerkrans, lees: een gevlochten kroon van lauriertakken. 
Een alternatieve lauwerkrans was gemaakt van olijftakken. Op sommige plaatsen werd de laurierkrans zelfs vervangen door een krans van selder, ja u leest het goed: selder. Maar laat één iets duidelijk zijn: winnen was belangrijker dan deelnemen en niet omgekeerd. En daarmee zijn we terug aan ons uitgangspunt: is deelnemen belangrijker dan overwinnen of is dat enkel maar een troostende gedachte voor de verliezers?

Zilver

De naam Raymond Poulidor staat in de sport en vooral in het wielrennen zowat synoniem voor “eeuwige tweede”. Niet dat de man nooit won, maar enkele keren was het spectaculair “net niet” wat hem zijn reputatie van beroemde tweede opleverde. Het wordt wel eens gezegd dat je in de sport geen zilver “wint”, maar goud “verliest”. Als je tweede bent, overvalt je toch wel het gevoel van “ik was er zo dichtbij”. We hoorden Wout Van Aert toch ook al eens zeggen dat hij stilaan genoeg zilveren medailles gewonnen had, m.a.w. dat het nu wel eens goud mocht zijn. Deelnemen belangrijker dan overwinnen? Neen toch…
Om het nog eens met de woorden van Jasper Philipsen te zeggen: “Winnen vind ik belangrijker dan deelnemen, haha…” Het kan moeilijk duidelijker: deelnemen aan een wedstrijd doe je voor de zege, niks minder. Is dat dan zo verschillend in de duivensport?

De atleten in de antieke spelen streden wel echt mee om te winnen, niet om gewoon “mee te doen”. De winnaars werden gelauwerd en met de hoogste eer overladen.
De atleten in de antieke spelen streden wel echt mee om te winnen, niet om gewoon “mee te doen”. De winnaars werden gelauwerd en met de hoogste eer overladen. 

In de prijzen vallen

Er is zeker al een groot verschil in de duivensport en dat is dat op de uitslag 1 op 3 duiven in de prijzen vallen (of 1/4 of soms zelfs 1/2). Maar ook in de duivensport is er maar één echte winnaar en dat is de snelste duif van de bende. Dat vertaalt zich ook economisch: een nationale overwinnaar brengt algauw een veelvoud op dan de duif die misschien maar op een paar centimeter geklopt is. Ook hier heeft de eigenaar van de tweede nationaal heel waarschijnlijk ook vooral het gevoel dat hij of zij de overwinning op een haar gemist heeft. Deelnemen belangrijker dan overwinnen? Een mooie Olympische gedachte, maar ver van de realiteit… Winnen is toch veel leuker.

Nog eens Littler

In een vorige bijdrage over Wonderkinderen hadden we het al eens over het jeugdige dartfenomeen Luke Littler. De lezers die Littler al een paar keer bezig zagen, zullen wellicht ook opgemerkt hebben dat Littler een slechte, zeg maar zielige verliezer was. Ei zo na gooide hij zijn pijlen weg, een handshake met de winnaar was er bijna te veel aan en zijn gezicht was een donderwolk. Een mooie illustratie van het feit dat je ook moet “leren verliezen” ook al ben je maar 16 of 17 jaar oud.
Vanzelfsprekend is dat niet… Hoe leg je aan een 9-jarig voetballertje uit dat spelen belangrijker is dan winnen? Zelfs als volwassene kun je dat niet uitleggen of waarschijnlijk zelfs niet menen. Het zit toch in onze genen dat we willen winnen, de beste en de sterkste zijn? Anders heeft sport niet veel zin als niemand wil winnen. Of ja misschien de Rode Duivels die spelen/speelden om niet te verliezen… Maar daar gaan we het nu niet (meer) over hebben.

Deelnemers en winnaars

Ook in de duivensport doen we toch met zijn allen mee om te winnen, of niet soms? Alhoewel de éne toch meer “winnaar” is dan de andere. Collega Mike schreef er onlangs een bijdrage over en meer bepaald over hoe je als kleinere melker omgaat met de dominantie van de megahokken en massa-inkorvers. De boodschap die ik eruit begreep was dat je als bescheiden melker maar beter accepteert dat die dominantie van die grote hokken en professionals er is, met meer middelen en meer en meestal ook betere duiven… En ondertussen hoop je maar dat de spreekwoordelijke koe eens een spreekwoordelijke haas vangt, een beetje zoals in een bekerwedstrijd voetbal een ploeg uit derde nationale het een ploeg uit de Premier League wel eens durft lastig maken. Eigenlijk was ik daar niet helemaal – of mag ik zeggen helemaal niet – mee akkoord. De realiteit is natuurlijk wel zo dat het zuur is om geklopt te worden door de 127ste afgegeven duif van een megahok terwijl jouw eerst afgegeven duif zo haar best deed… Maar mijns inziens kun je evengoed met een kleine kolonie de nodige “winnaarsmentaliteit” hebben. De bewijzen zijn er dat die bestaan, die “kleinere” hokken die de grote namen durven kloppen of toch minstens het vuur aan de schenen leggen.

 diverse loopnummers, speerwerpen, discuswerpen, verspringen…
De disciplines van de antieke spelen vormen nog steeds een belangrijk aandeel van bijvoorbeeld de meerkamp: diverse loopnummers, speerwerpen, discuswerpen, verspringen…

Mentaliteit

En nu we het toch hebben over winnaarsmentaliteit durf ik stellen dat winnen altijd begint bij de mentaliteit, het geloof in eigen kunnen en de wil om te winnen. Daarom lukt het niet altijd, maar als je vertrekt van de idee dat die kampioentitels en asduiven niet voor jou – als kleine garnaal - zijn weggelegd, dan is er veel kans dat je voor eeuwig een meeloper blijft. Maar dat klink misschien iets te negatief. “Loser” zou nog erger klinken… En toch, we kennen ze allemaal en ze zijn er in elke club, de liefhebbers die “meedoen” en diep van binnen denken – en accepteren - dat ze toch nooit kampioen zullen worden. Je vindt ze op de uitslag met 1 prijsje van 9 duiven en toch zijn ze daar de week erna terug met het gevoel van je weet maar nooit dat ik toch eens naar de kop speel... En ja, er is altijd maar 1 winnaar en zoals Mike schreef zijn dat vaak dezelfde namen die met de palmen gaan lopen en in de krant komen met hun foto. Maar zijn het niet die talrijke liefhebbers met een kleine of half grote korf die ervoor zorgen dat de duivensport nog bestaat? Als de groten der aarde enkel nog tegen elkaar moeten spelen, zal het rap gedaan zijn met de duivensport. Wat niet wegneemt dat de megahokken en kapitalisten nu al hun uiterste best doen om de kleintjes een beetje het plezier te ontnemen… Je zal maar in een club spelen waar je enkel kan meedoen om met wat geluk de 25ste prijs te pakken. Dan moet je echt een volgeling worden van die Olympische gedachte dat deelnemen belangrijker is dan overwinnen...
En hopen op de koe en de haas...

Anders

Maar het kan ook anders... Als je het week na week moet opnemen tegen één of meer grote namen en grote inkorvers, kun je dat ook als een uitdaging zien en nog meer je best doen om weerwerk te bieden aan die groten. Dat is pas een winnaarsmentaliteit en daar begint alles: denken “deelnemen is leuk, maar winnen zoveel keren leuker”. Tot spijt van de zogeheten Olympische gedachte. Maar je moet ook leren verliezen, want er is maar één winnaar en die heeft altijd gelijk.

Auteur: 

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.